14.3 Snelheid - deel 1
Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 14.3 Snelheid - deel 1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
This lesson contains 15 slides, with text slides.
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 14.3 Snelheid - deel 1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Pak je werkboek van rekenen en
laat deze nog even dicht op tafel liggen.
Huiswerk controle:
14.2 opdracht 10 t/m 19
Slide 2 - Slide
2. Lesdoel + leergebiedoverstijgend doelen
Aan het eind van deze les:
- weet je wat km/u en m/s betekent;
- kun je de snelheid uitrekenen met de gegevens afstand en tijd;
- kun je uitrekenen welke afstand je in een bepaalde tijd aflegt;
- kun je uitrekenen hoe lang het duurt om een bepaalde afstand af te leggen;
Slide 3 - Slide
3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Jamie
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Gijs, Jochem, Jessica, Lars & Jip
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.
Jaysen & Krystian
Slide 4 - Slide
Verdiept arrangement:
Verdiept: Jamie
Huiswerk noteren + maken:
les: 14.3
opdr: 20 t/m 26
blz: 119 t/m 123
Slide 5 - Slide
Mini-check
leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check.
Er is geen mini-check vandaag. Iedereen doet mee met de instructie.
Slide 6 - Slide
Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 14.3 opdracht 20 t/m 26 op blz. 119 t/m 123
De rest doet mee met de instructie.
Slide 7 - Slide
4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia.
Slide 8 - Slide
Snelheid
Snelheid geeft aan welke afstand je in bepaalde tijd aflegt.
Eenheden voor snelheid zijn kilometer per uur (km/u) en meter per seconde(m/s).
Als je de afstand en de tijd weet, kun je de snelheid berekenen.
Slide 9 - Slide
Snelheid
Wanneer je de afstand en tijd weet, kun je de snelheid uitrekenen.
Met welke snelheid moet je gemiddeld fietsen om deze route in 2 uur af te leggen?
Afstand
36 km
18 km
Tijd
2 uur
1 uur
Gemiddeld fiets je dus 18 km/u
Slide 10 - Slide
Snelheid
Je kunt de snelheid ook uitrekenen met een formule:
snelheid = afstand : tijd
Voorbeeld:
Een haas loopt 200 meter in 10 seconden.
Wat is de snelheid van de haas in meter per seconden?
Uitwerking:
snelheid = afstand : tijd
200 m : 10 s = 20 m/s
Slide 11 - Slide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Gijs, Jochem & Jessica: jullie maken zelfstandig les 14.3 opdracht 20 t/m 26 op blz. 119 t/m 123
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jaysen, Krystian & Niek: wij maken klassikaal opdracht 20
Slide 12 - Slide
6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 14.3 opdracht 20 t/m 26 op blz. 119 t/m 123
Ben je klaar?
1. Nakijken & verbeteren.
2. Maak je in studiemeter twee oefeningen in
"meten en meetkunde" - Tijd & snelheid
--> Klaar met studiemeter? Laten zien aan de docent.
timer
1:00
Slide 13 - Slide
7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig?
Lesdoelen:
- weet je wat km/u en m/s betekent;
- kun je de snelheid uitrekenen met de gegevens afstand en tijd;
- kun je uitrekenen welke afstand je in een bepaalde tijd aflegt;
- kun je uitrekenen hoe lang het duurt om een bepaalde afstand af te leggen;
Slide 14 - Slide
8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Woensdag 13 december
14.3 opdracht 20 t/m 26
Toetsen:
