01 - V2 - On y va - A&B

1 / 17
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

bonjour - comment ça va?
wat moet je iedere les bij je hebben?
-> ton livre
-> ton cahier
-> ta trousse / tes stylos
aujourd'hui nous sommes le jeudi 29 août

Slide 2 - Slide

qu'est-ce qu'on va faire?
  • hoe zit het boek nog weer in elkaar?
  • komende week herhalen! (formatieve toets)
  • chapitre 0 bron A+B
jeudi 29 août

Slide 3 - Slide

Buts (doelen) wat ga je herhalen?

  • opdrachtinstructies & klassen Frans & school woorden
  • woorden die te maken hebben met familie, dieren, uiterlijk, getallen t/m 100, kleuren, maanden, je kunt jezelf voorstellen
🍀

Slide 4 - Slide

Bonjour!
Je m'appelle Alexandra Suringar
je suis prof de français
j'habite à Doorn
j'ai 4 frères et 3 soeurs, 1 mari, 1 fils, une fille et trois chiens.

et toi?
tu peux te présenter?

Slide 5 - Slide

welke klassenFranse woorden ken je al?

Slide 6 - Mind map

le prof
le bureau
l'ordinateur
le portable
le mur
la porte
l'élève
le livre
le stylo
le poster
le sac à dos

Slide 7 - Drag question

arrives-tu à trouver d'autres mots? couleurs? nombres? noms?

Slide 8 - Drag question

timer
10:00
exercice 2+3 -> antwoorden vind je op bladzijde 6+7
exercice 4 (denk aan taaldorp!) - 5 zinnen
exercice 5 -> hoe en waar zoek je op wat 'intrus' betekend?

Slide 9 - Slide

exercice 5c: 6 différences?

Slide 10 - Slide

exercice 6a
tu as visité
tu as regardé
tu as mangé
tu as joué
tu as parlé
tu as chanté
tu as donné
à la console
une chanson
un croissant
Paris
un cadeau
un film
français

Slide 11 - Drag question

exercice 6b - 'Simon'regel


Simon_- Simons
Simone - Simones
m/e
m/m
v/m
v/e

Slide 12 - Slide

checkvragen voor jezelf

ik kan "me présenter"
A
oui
B
non

Slide 13 - Quiz

checkvragen voor jezelf

ik ken woorden die te maken hebben met
Frans in de klas + school
A
non
B
oui

Slide 14 - Quiz

checkvragen voor jezelf

ik kan tellen tot 100, ik ken de kleuren en maanden in het Frans
A
non
B
oui

Slide 15 - Quiz

devoirs (som)
Faire (maken)
exercices 1->7 - pages 10-13

Apprendre/revoir (leren/herhalen)
vocabulaire exercice 1+2 + présente-toi

Comprendre (kunnen verstaan)
le français en classe page 6&7

Slide 16 - Slide

bon weekend
et à lundi
😎

Slide 17 - Slide