Examentraining CE1

Examentraining voor CE 1
Onderwerpen die aan bod komen:

- celkenmerken
- bloedsomloop + bloedvaten
- bloem
- nieren
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examentraining voor CE 1
Onderwerpen die aan bod komen:

- celkenmerken
- bloedsomloop + bloedvaten
- bloem
- nieren

Slide 1 - Slide

Hoe kunnen we het best de examenstof herhalen?

Slide 2 - Mind map

Celkenmerken

Slide 3 - Slide

Cel onderdelen

Celkern
Celmembraan
Celwand
Vacuole
Bladgroenkorrels
Cytoplasma



Slide 4 - Slide

Welk celonderdeel vindt je alleen bij plantencellen?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
bladgroenkorrels

Slide 5 - Quiz

Je ziet hier een huidmondjes
Zijn P en Q hetzelfde weefsel?
A
Ja ze liggen tegen elkaar aan
B
Ja ze hebben dezelfde vorm
C
Nee ze hebben een andere bouw en functie

Slide 6 - Quiz

Waar in een plantencel bevinden zich de bladgroenkorrels?
A
In de vacuole
B
In de celkern
C
In het cytoplasma
D
Tegen de celwand aan

Slide 7 - Quiz

In welk deel vindt fotosynthese
plaats?
A
vacuole
B
celwand
C
celkern
D
bladgroenkorrels

Slide 8 - Quiz

Bloedsomloop + bloedvaten

Slide 9 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Het bloed gaat tweemaal door het hart in twee verschillende bloedsomlopen.
De kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop.

Slide 10 - Slide

3 typen bloedvaten
Slagader
Haarvat
Ader

Slide 11 - Slide

Bloedvaten benoemen
Uitzonderingen
- Aorta
- Holle aders
- Poortader 

Slide 12 - Slide

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer

Slide 13 - Drag question

Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem

Slide 14 - Drag question

Ader
Slagader
Haarvat

Slide 15 - Drag question

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 16 - Drag question

Hoe heet bloedvat P?
A
Linkerlongader
B
Linkerlongslagader
C
Rechterlongader
D
Rechterlongslagader

Slide 17 - Quiz

Hoe heet bloedvat Q?
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Poortader

Slide 18 - Quiz

Bloemen

Slide 19 - Slide

onderdelen bloem

Slide 20 - Slide

Bestuiving
Bestuiving
Wanneer stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper terechtkomt,
heet dit bestuiving.

Bestuiving door insecten->insectenbloem
Bestuiving door de wind-> windbloem

Slide 21 - Slide

Bestuiving

Slide 22 - Slide

Bevruchting

Na bevruchting:


Eicel --> kiem


Zaadbeginsel --> zaad


Vruchtbeginsel --> vrucht

Slide 23 - Slide

Verspreiding van zaden
door plant zelf         door wind        door dieren

Slide 24 - Slide

Twee typen vaten zijn bastvaten en houtvaten.

Gaat een roos eerder slap hangen bij verstopping in de bastvaten of bij verstopping in de houtvaten?
A
Houtvaten
B
Bastvaten

Slide 25 - Quiz

Waar ontstaan stuifmeelkorrels?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 26 - Quiz

Uit welk onderdeel zou een
vrucht kunnen ontstaan?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 27 - Quiz

Op de afbeelding zie je een stamper.
Hoe heet deel P?
A
Helmknop
B
Stijl
C
Stempel
D
Vruchtbeginsel

Slide 28 - Quiz

Nieren

Slide 29 - Slide

nier
nierschors

niermerg

nierbekken
Nierschors
Nierschors: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen. Dit noem je urine.
Niermerg
Niermerg: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen, dit noem je urine.
Nierbekken
verzamelt de urine. 
Nierslagader en nierader
Nierslagader: Brengt het bloed naar de nieren. 
Nierader: brengt het bloed van de nieren richting het hart. 

Slide 30 - Slide

Welke letter geeft het nierbekken aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 31 - Quiz

Zelf oefenen!
Je maakt examen 2015 (kader) en 2021 (basis)
klaar?              nakijkmodel

Slide 32 - Slide