2.6 cellen van planten

Thema 2 Organen en cellen

2.6 Cellen van planten

1 / 33

Slide 1: Slide

BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Organen en cellen

2.6 Cellen van planten

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?

herhalen 2.5 Cellen van dieren

leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 2.6 Cellen van planten

zelf aan de slag

herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

Je hele lichaam bestaat uit één soort cellen.

Waar

Niet waar

Slide 3 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat een dierlijke cel?

Slide 4 - Open question

Wat is de functie van de celkern?

De celkern controleert wat de cel in en uit gaat.

De celkern maakt voedsel voor de plant.

De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

Slide 5 - Quiz

Om het celplasma zit een dun vlies
dat noem je het

celmembraan

cytoplasma

celkern

celwand

Slide 6 - Quiz

Zijn cellen van mensen dierlijke cellen?

nee

Slide 7 - Quiz

leerdoelen vandaag

Aan het einde van de les:

- kan je de delen van cellen van planten noemen.

Slide 8 - Slide

Inleiding

Ook planten bestaan uit cellen.

Plantencellen hebben delen die dierlijke cellen niet hebben.

Slide 9 - Slide

De cellen van planten noem je plantaardige cellen.

Links zie je een foto van plantaardige cellen.

Slide 10 - Slide

Je hebt geleerd dat dierlijke cellen 3 delen hebben:

- celplasma

- celkern

- celmembraan

Plantaardige cellen hebben die delen ook.

Slide 11 - Slide

Links zie je een plantaardige cel getekend.

Een plantencel heeft delen die een dierlijke cel niet heeft, namelijk:

- vacuole

- bladgroenkorrels

- celwand

Slide 12 - Slide

Een groot deel van een plantaardige cel bestaat uit vocht. Dit vocht zit in een blaasje: de vacuole.

Om de vacuole heen ligt het celplasma.

Slide 13 - Slide

In het celplasma liggen kleine groene korrels: de bladgroenkorrels.

Door de bladgroenkorrels hebben de planten een groene kleur.

Een plantencel heeft een stevig laagje om de cel. Dit is de celwand. De celwand zorgt voor stevigheid.

Slide 14 - Slide

zoek de verschillen

en de overeenkomsten!!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

VRAGEN??

Slide 17 - Slide

zelf aan de slag

2.6 Cellen van planten: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1, 2, 5 en 6 (samenhang)

(vanaf blz. 110)

10 min.

Klaar? Kijk welke opdrachten je nog moet doen van 2.4 en 2.5

timer

10:00

Slide 18 - Slide

We gaan nu 2.5 (Cellen van dieren) en 2.6 (Cellen van planten nakijken).

We beginnen bij 2.5: blz. 103

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Nu naar 2.6 Cellen van planten: blz. 110

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide