This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag:
Leerdoelen paragraaf 2.2 terugblik
Huiswerk bespreken
Leerdoelen paragraaf 2.3
Instructie paragraaf 2.3
Aan de slag met 2.3
Evaluatie leerdoelen
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 2.2:
Je kunt de leenmotieven noemen.
Je kunt de kosten van een lening berekenen.
Je kunt uitleggen dat er beperkingen zijn aan de bedragen die je kunt lenen.
Je kunt de verschillen tussen de meestvoorkomende leenvormen uitleggen.
Je kunt de verschillende hypotheekvormen noemen
Slide 3 - Slide
Omgaan met geld
2.1 Sparen of beleggen?
2.2 Heb je geld genoeg?
2.3 Ben je verzekerd?
2.4 Heeft de overheid invloed?
Slide 4 - Slide
Leerdoelen van vandaag:
Je kunt uitleggen dat je door verzekeren risico's beperkt.
Je kunt berekenen wat een verzekering kost.
Je kunt een afweging maken tussen kosten en risico.
Je kunt uitleggen welke risico's een verzekeraar loopt.
Je kunt uitleggen hoe sommige verzekeraars hun risico beperken en waarom sommige verzekeringen verplicht zijn.
Slide 5 - Slide
Wat is verzekeren?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Risico's
Mensen vermijden graag (financiële) risico's. Dit noemen we risico-aversie.
Financiële risico's die je niet wilt lopen kun je verzekeren.
Bij verzekeren neemt de verzekeraar (verzekeringsmaatschappij) het risico over van de verzekerde.
Slide 8 - Slide
Verzekering afsluiten
Bij het afsluiten van een verzekering ontvang je een polis. Een polis is een contract dat je verzekerd bent. Op de polis staan de voorwaarden van de verzekering.
Slide 9 - Slide
Verzekeringskosten (1)
Om verzekerd te zijn betaal je premie. De verzekeraar gebruikt deze premies om de schades mee uit te keren. Het deel wat ze meer ontvangen aan premie, dan ze aan schade moeten uitkeren is de winst voor de verzekeraar.
Slide 10 - Slide
Verzekeringskosten (2)
De totale verzekeringskosten bestaan uit:
Premie
Poliskosten*
Assurantiebelasting
* De poliskosten betaal je alleen bij het afsluiten van de verzekering.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Aan de slag! Maken opg. 38 t/m 41
Ben je eerder klaar en vind je het nog lastig, ga dan naar de oefenopgaven van paragraaf 3 en maak die.
Ben je eerder klaar maar heb je nog wel moeite met de berekeningen, maak dan de extra rekenopgaven.
Ben je eerder klaar en wil je iets meer uitdaging,
ga dan verder met de verdiepingsopdrachten.
timer
7:00
Slide 13 - Slide
Solidariteit
Niet iedereen loopt even veel risico op een schade. Een verzekeraar kan alleen een verzekering aanbieden als ook mensen met een laag risico bereid zijn zich te verzekeren. De mensen met een laag risico zijn dan dus bereid om mee te betalen aan de schade van mensen met een hoog risico.
Slide 14 - Slide
Kosten van het risico
Hoeveel je voor een verzekering wilt betalen hangt af van het risico. Hoe hoger het risico hoe hoger de premie zal zijn.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Risico voor de verzekeraar
De verzekeraars proberen zo goed mogelijk in te schatten hoe groot de risico's van een verzekering zijn. Hierbij zijn er echter drie problemen:
Asymmetrische informatie
Moral hazzard
Averechtse selectie
Jij (de verzekerde) beschikt over meer informatie dan de verzekeringsmaatschappij.
Moreel wangedrag. Doordat mensen "toch" verzekerd zijn gaan ze zich minder voorzichtig gedragen. Mensen gaan er vanuit dat de schade toch wel wordt vergoed.
Wanneer er veel schades worden geclaimed moeten de premies stijgen om de schades te kunnen blijven betalen. Hierdoor zullen mensen met een laag risico de verzekering op een gegeven moment niet meer afsluiten. Voor hen weegt het risico dan niet meer op tegen de kosten. Het gevolg is dat alleen mensen met een hoog risico zich nog verzekeren.
Slide 17 - Slide
Risico's beperken
De verzekeringsmaatschappijen willen de risico's zoveel mogelijk beperken dit doen ze bijvoorbeeld door:
Eigen risico
Premie differentiatie
Verplichte solidariteit
De verzekerde moet zelf een deel van de schade betalen. Hierdoor zullen ze minder risico nemen.
Verschillende premies voor mensen met verschillende risico's. Hoe lager het risico, hoe minder premie je hoeft te betalen. Hierdoor zullen mensen met een laag risico langer verzekerd willen blijven.
Van sommige verzekeringen vind de overheid dat iedereen ze af zou moeten sluiten en ze voor iedereen betaalbaar moeten blijven. Daarom verplicht de overheid bepaalde verzekeringen. Bijvoorbeeld de zorgverzekering en de moterrijtuigen verzekering. Er is dan sprake van verplichte solidariteit.
Slide 18 - Slide
Vragen?
Slide 19 - Slide
Leerdoelen van vandaag:
Je kunt uitleggen dat je door verzekeren risico's beperkt.
Je kunt berekenen wat een verzekering kost.
Je kunt een afweging maken tussen kosten en risico.
Je kunt uitleggen welke risico's een verzekeraar loopt.
Je kunt uitleggen hoe sommige verzekeraars hun risico beperken en waarom sommige verzekeringen verplicht zijn.
Slide 20 - Slide
Werk nog even verder aan het huiswerk voor volgende week: