Entree rekenen decimale getallen

Woensdag 16 oktober
Rekenen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Woensdag 16 oktober
Rekenen

Slide 1 - Slide

Programma
Opening
5 minuten
Decimale getallen
20 minuten
Ffrekenen
15 minuten
Afsluiting
5 minuten

Slide 2 - Slide

Lesdoel
- Je weet wat een decimaal getal is. 
- Je weet hoe je een decimaal getal moet schrijven. 

Slide 3 - Slide

Introductie
Hoe schrijf je de prijs van de 
komkommer als decimaal getal?

Slide 4 - Slide

Decimale getallen

Slide 5 - Slide

Decimaal getal
Een decimaal getal noem je ook wel een kommagetal. 

In deze getallen staat dus een komma. 
De cijfers achter de komma noem je decimalen. 


Slide 6 - Slide

Decimaal getal

De getallen achter de komma hebben een waarde.

2,1 is hetzelfde als 2,10 en 2,100
Een nul erachter zetten, verandert de waarde niet. 

Slide 7 - Slide

Decimaal getal

Je kunt een nul achter een getal zetten, om erachter te komen of de waarde hetzelfde is of niet. 

Kijk maar mee:
2,1 = 2,10
2,12

Je kan dus altijd nullen erachter zetten om te vergelijken. 

Slide 8 - Slide

Welk getal is groter?
1,4
1,48

Slide 9 - Poll

Honderdveld
Het getal 435, 145

Honderdtal = 
Tiental = 
Eenheid = 
Tienden = 
Honderdsten = 
Duizendsten = 

Slide 10 - Slide

Opgave 1
Het volgende hectometerpaaltje is 39,8.

Hoeveel meter is dat nog?


Slide 11 - Slide

Opgave 2
1000 meter = 1 kilometer

Hoe schrijf je 1400 meter op in kilometers?


Slide 12 - Slide

Afsluiting

Slide 13 - Slide

Mentoruur
Ffrekenen: basisvaardigheden

Slide 14 - Slide