Samenstellingen en meervouden
Aan het eind van de les kun je aangeven dat een woord dat uit een of twee woorden bestaat een samenstelling wordt genoemd.
Je schrijft de tussenletters -(e)n- als het éérste deel een zelfstandig naamwoord is met alléén een meervoud op -en
of -n.
Dus: bejaardenflat, kattenbak, eikenboom, krantenkop.
Bijvoorbeeld: