What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modal verbs
Can, could, may, might,
to be able to, to be allowed to
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
English
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Can, could, may, might,
to be able to, to be allowed to
Slide 1 - Slide
___________________betekent "kunnen" of "in staat zijn".
Je kunt alle werkwoordstijden gebruiken.
___________________betekent "mogen" of "toestemming krijgen".
Je kunt alle werkwoordstijden gebruiken.
___________________betekent "kunnen", "mogelijk" of "in staat zijn"
Je kunt het alleen gebruiken in de present simple.
___________________betekent "zou kunnen" of "zou mogen", of in
de verleden tijd, met de betekenis "konden/mochten".
can
could
to be able to
to be allowed to
Slide 2 - Drag question
Waarschijnlijk
iets minder waarschijnlijk
Can
Could
Slide 3 - Drag question
Can
isn't able to
couldn't
are allowed to
could
be able to
be allowed to
could
Slide 4 - Drag question
May en might
Aan het lijstje wordt toegevoegd:
May en might
Deze kun je gebruiken om te zeggen:
- dat iets mogelijk is of zou kunnen
- dat je iets mag of om toestemming te geven dat je iets mag doen
- om beleefd iets te vragen
Slide 5 - Slide
waarschijnlijk
iets minder waarschijnlijk
nog minder waarschijnlijk
bijna onwaarschijnlijk
Can
Could
May
Might
Slide 6 - Drag question
Formeel
Beleefd
beleefder
beleefd
beleefder
Can
Could
May
Might
Slide 7 - Drag question
dat iets mogelijk is
een beleefde vraag stellen
Can
waarschijnlijk
beleefd
Could
minder waarschijnlijk
nog beleefder
May
nog minder waarschijnlijk
beleefd
Might
bijna onwaarschijnlijk
nog beleefder
Formeler dan
can/could
Om aan te geven dat iets van iemand mag kun je
can, could, to be allowed
of
may
gebruiken.
May
kun je gebruiken in plaats van
can
. Dit klinkt formeler.
Slide 8 - Slide
I ______ go to Australia one day
A
may
B
might
Slide 9 - Quiz
I _______ be late for dinner
A
may
B
might
Slide 10 - Quiz
He ____ have seen the accident but I think he was asleep
A
may
B
might
Slide 11 - Quiz
What he says____be true, but I think it is rather unlikely.
A
may
B
might
Slide 12 - Quiz
Exercises
Unit 3.5 writing exercise 4
Vocabulary difficult? Use studybox on pages 139-140
10 minutes
Done? Start on your homework
Homework:
Unit 3.5 writing exercises 1, 2, 3, 4
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Modal verbs
December 2021
- Lesson with
12 slides
English
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Modal verbs I - Classroom
December 2022
- Lesson with
13 slides
English
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 3 Kenya (12 January)
January 2023
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Unit 3 Kenya
January 2023
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Unit 3 Kenya
November 2023
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Unit 3.5 Kenya (25 January 23/24)
January 2024
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Unit 3 Kenya (12 January)(met voorbeelden grammatica!)
November 2023
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
21-03-2024
March 2024
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-3