3ECEa Customer Journey Week 3.4: Onderzoeksgroep & Methoden van onderzoek

3ECEa Marketing
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3ECEa Marketing

Slide 1 - Slide

Samenvatting tot nu toe
  • Klantreis en touchpoints.
  • Duurzaamheid (People, Planet, Profit).
  • B2C en B2B.
  • Externe analyse (DEPEST, 5 Krachten, Concurrentieanalyse, etc.)
  • Interne analyse (Kengetallen, Klantenpyramide, etc.)
  • SWOT analyse.
  • Confrontatiematrix.
  • Groeistrategieën.
  • Marktsegmentatie.
  • Fasen van marktonderzoek.

Slide 2 - Slide

Tot welke functie van marktonderzoek behoort het controleren of doelen zijn behaald?
A
Bewakingsfunctie
B
Creatieve functie
C
Informatieve functie

Slide 3 - Quiz

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
bronnen vaststellen
informatie verzamelen
onderzoeksopzet
probleemstelling
rapporteren
verwerken

Slide 4 - Drag question

Wanneer is een onderzoek "wetenschappelijk"?

Slide 5 - Open question

Fasen

Slide 6 - Slide

Inhoud
  • Eisen aan steekproeven.
  • Vormen onderzoek.
  • Vormen secundair onderzoek.
  • (Eisen aan) secundaire bronnen.
  • Vormen primair onderzoek.


Slide 7 - Slide

Methoden

Slide 8 - Slide

Desk-research
De bronnen en de informatie die je verzamelt moeten betrouwbaar, relevant en actueel zijn.

Slide 9 - Slide

Field research
  • Nieuwe (primaire) informatie ophalen. 

Slide 10 - Slide

Kwalitatief ↔ kwantitatief
Kwantitatief onderzoek:
  • Cijfermatige inzichten over mensen. Het geeft antwoorden op vragen die in hoeveelheden kunnen worden uitgedrukt.
  • Wanneer? Hoe vaak? Hoeveel?
  • Gesloten vragen, vaak onderzoek naar groepsgedrag.

Type onderzoek: relatief goedkoop en makkelijk. Vereist
beperkte deelname respondenten, maar veel respondenten.

Slide 11 - Slide

Kwalitatief ↔ kwantitatief
Kwalitatief onderzoek:
  • Antwoord zoeken op diepgaande vragen.
  • Waarom? Hoe? 
  • Open vragen, vaak onderzoek naar motivatie, gedachten, verwachtingen en/of iets waarbij creativiteit nodig is.

Type onderzoek: duur en moeilijk. Vereist uitgebreide deelname respondenten.

Slide 12 - Slide

Methoden

Slide 13 - Slide

Type onderzoek?

Klanttevredenheid
A
Desk-research
B
Field-research

Slide 14 - Quiz

Type onderzoek?

Ideeën voor nieuwe producten
A
Kwalitatief onderzoek
B
Kwantitatief onderzoek

Slide 15 - Quiz

Type onderzoek?

Behoefte duurzame producten
A
Desk-research
B
Field-research

Slide 16 - Quiz

Type onderzoek?

Imago van onze winkel
A
Kwalitatief onderzoek
B
Kwantitatief onderzoek

Slide 17 - Quiz

Type onderzoek?

Niveau scholing van personeel
A
Kwalitatief onderzoek
B
Kwantitatief onderzoek

Slide 18 - Quiz

Type onderzoek?

Succes van onze reclame
A
Kwalitatief onderzoek
B
Kwantitatief onderzoek

Slide 19 - Quiz

Observatie
  • Waarneming doen ("kijken").
  • Kwantitatief.
  • Duidelijk te meten gedrag vooraf omschrijven.

  • Voordeel: respondenten reageren natuurlijk.
  • Nadeel: motivatie is niet waar te nemen.

Slide 20 - Slide

Interview
  • Gesprek met een enkele respondent.
  • Gestructureerd: rigide vraagstructuur.
  • Ongestructureerd: vrije vraagstructuur.
  • Kwalitatief.

  • Voordeel: veel diepgaande informatie.
  • Nadeel: tijdrovend en dus duur. Diepgaande informatie, maar geen brede informatie. 

Slide 21 - Slide

Panelgesprek
  • Groepsgesprek met vaste groep respondenten, regelmatige herhaling.
  • Belangrijk goede groep mensen te selecteren.
  • Kwalitatief.

  • Voordeel: gestage stroom van diepgaande informatie.
  • Nadeel: moeilijk om representatieve groep respondenten te krijgen en vast te houden.

Slide 22 - Slide

Enquête
  • Vragenlijst met vooral gesloten vragen.
  • Kan telefonisch, schriftelijk, online of persoonlijk. Ieder met hun eigen voor- en nadelen (zelf lezen).
  • Kwantitatief.

  • Voordeel: Geeft brede informatie.
  • Nadeel: vragenlijst ontwikkelen is moeilijk, non-respons is hoog, diepgang beperkt.

Slide 23 - Slide

Onderzoeksgroep
  • Onderzoek naar alle consumenten (de volledige populatie) is onmogelijk .
  • Dus doe je een steekproef.

Een betrouwbaar onderzoek moet aan de volgende eisen voldoen: 
  • De steekproef moet groot genoeg zijn.
  • De steekproef moet aselect zijn samengesteld.
  • De steekproef moet representatief zijn.
  • De steekproef moet nauwkeurig zijn.

Slide 24 - Slide

Opdracht
timer
3:00

Slide 25 - Slide

Week 3.4: Samenvatting
  • Desk-research gebruiken wanneer de informatie al bestaat.
  • Field-research gebruiken wanneer je een specifieke informatiebehoefte hebt.
  • Kwalitatief onderzoek voor inzicht vragen.
  • Kwantitatief onderzoek voor cijfermatig inzicht.
  • Steekproef is nodig, maar moet aan een aantal eisen voldoen.

Slide 26 - Slide