Herhaling van hoofdstuk 1, voorbereiding tentamen.

• Maatschappijleer
• Middelbare school

welkom in de les

     Een pen gepakt

In de tas

Voor het bord

op de grond

Aandacht

Wat gaan we doen?

Gezamenlijk: Terugblijk hoofdstuk 1, wat is maatschappijleer.

Individueel: Opdracht maken

Gezamenlijk: afsluiten. 

Leerdoelen:

Aan het einde van de les kun je:

- Uitleggen welke bindingen mensen met elkaar hebben.

- Voorbeelden noemen bij normen en waarden.

- In eigen woorden uitleggen wat macht is. 

1.1 De samenleving

Sociale omgeving

Gedragsregels & wetten

Welke vier soorten bindingen zijn er?

GEVOEL

ECONOMIE

KENNIS

POLITIEK

1.2 Met wie ben je verbonden? 

1.2 Met wie ben je verbonden?

Sociale cohesie is dat mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen.

Je bent onderling verbonden met elkaar. Dit kan door iets positiefs of iets negatiefs.

1.3 Kernbegrippen bij maatschappijleer

Waarden: Principes die belangrijk vindt in het leven. 

Normen: regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen. 

1.3 Kernbegrippen bij maatschappijleer

Geschreven regels        wetten

Ongeschreven regels 'gedragsregels' 

1.3 Kernbegrippen bij maatschappijleer

Belang: Het voordeel dat je ergens bij hebt.

Belangentegenstelling? 

Macht & machtsmiddelen 

Zelfstandig werk

Wat: Je krijgt een blaadje met de paragraaf waarvan je de belangrijkste begrippen gaat opschrijven. 

Hoe: Alleen in stilte.

Tijd: 7 minuten.

Resultaat: Een begin van een samenvatting voor het tentamen.

Klaar: Maak van de andere paragrafen ook een begrippenlijst! 

Leerdoelen:

Aan het einde van de les kun je:

- Uitleggen welke bindingen mensen met elkaar hebben.

- Voorbeelden noemen bij normen en waarden.

- In eigen woorden uitleggen wat macht is. 

Volgende les:

Doornemen hoofdstuk 6 

1.Een voorbeeld van een groep uit je je sociale omgeving is:

1. je ouders
2. de politie van je stad
3. je teamgenoten bij de voetbalclub
4. je broer en zus

2.Wat is een voorbeeld van een wetsregel?

1. Na toiletbezoek je handen wassen
2. Geen afval op straat gooien
3. Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
4. In restaurants geef je een fooi

5.Een ander woord voor de maatschappij is:

1. belangengroep
2. sociale omgeving
3. overheid
4. samenleving

6.Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het om een wetsregel?

1. In de bus sta je op voor een zwangere vrouw
2. Bij het concert sluit je achteraan in de rij
3. Je bedankt de leraar na de les
4. Je gaat naar school

Welke begrippen heb jij deze les geleerd?

Welk begrip in paragraaf 1.1 moet jij nog goed leren?

Welk begrip uit paragraaf 1.2 moet jij nog goed leren?

Welk begrip uit paragraaf 1.3 moet jij nog goed leren?

Hoe vond jij de les gaan?