This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Nederlands - havo 3 - Woordenschat
HERHALING
pleonasme - tautologie
Slide 1 - Slide
Doel
HERHALING:
Ik weet wat een pleonasme en een tautologie is;
Ik kan bovenstaande stijlfiguren herkennen in een tekst.
Slide 2 - Slide
Stijlfiguren: pleonasme en tautologie
- Stijlfiguren gebruik je om een gevoelswaarde aan je woorden te geven.
- Met stijlfiguren kun je overdrijven, iets afzwakken of een pijnlijke zaak wat verzachten.
- Je kunt het ook te bont maken met een pleonasme of een tautologie: dan heb je te maken met een stijlFOUT.
Slide 3 - Slide
Pleonasme
Een deel van de betekenis van een woord of woordgroep wordt nog eens door een ander woord uitgedrukt. Dat andere woord is meestal van een andere woordsoort.
Denk aan 'groen gras', maar ook aan 'gratis cadeau geven'.
Slide 4 - Slide
Tautologie
Er wordt twee keer hetzelfde gezegd met verschillende woorden. Vaak zijn deze woorden van dezelfde woordsoort. Veelal gaat het om synoniemen, maar soms gaat het om meerdere woorden. Vergelijk 'altijd en eeuwig' met 'gratis en voor niks'.
Slide 5 - Slide
Even testen
Welk stijlfiguur herken je in de volgende zinnen?
(Het stijlfiguur is met hoofdletters geschreven)
Slide 6 - Slide
Hij werd met veel PRACHT en PRAAL begraven.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 7 - Quiz
Hij werd met veel PRACHT en PRAAL begraven.
A
stijlfiguur
B
stijlfout
Slide 8 - Quiz
Vermist: lapjeskat met de volgende TYPERENDE KENMERKEN: zwart met witte pootjes en blauwe ogen.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 9 - Quiz
Vermist: lapjeskat met de volgende TYPERENDE KENMERKEN: zwart met witte pootjes en blauwe ogen.
A
stijlfiguur
B
stijlfout
Slide 10 - Quiz
De ambulance en de brandweer HAASTTEN zich SNEL naar de plek van het ongeluk.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 11 - Quiz
De ambulance en de brandweer HAASTTEN zich SNEL naar de plek van het ongeluk.
A
stijlfiguur
B
stijlfout
Slide 12 - Quiz
Lees goede boeken, ZOALS BIJVOORBEELD ‘Magnus’.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 13 - Quiz
Lees goede boeken, ZOALS BIJVOORBEELD ‘Magnus’.
A
stijlfiguur
B
stijlfout
Slide 14 - Quiz
Nu weten jullie VAST en ZEKER alles over stijlfouten?
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 15 - Quiz
Nu weten jullie VAST en ZEKER alles over stijlfouten?
A
stijlfiguur
B
stijlfout
Slide 16 - Quiz
En?
Slide 17 - Slide
Nu weten jullie VAST en ZEKER alles over stijlfouten?