210205 Samengestelde zinnen

                 Welkom
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

                 Welkom

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les

Je weet wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn.

Je kunt hoofdzinnen en bijzinnen aanwijzen
in samengestelde zinnen.

Slide 2 - Slide

Samengestelde zinnen
De studente gaat bij een winkel werken.
+
Zij wil geld verdienen voor haar rijbewijs.
=
De studente gaat bij een winkel werken, want zij wil geld verdienen voor haar rijbewijs.




Slide 3 - Slide

Hoofdzin en bijzin
In een samengestelde zin staat minimaal één hoofdzin.
Een hoofdzin is ook zonder het andere deel een goede zin.
In een hoofdzin staan er geen woorden tussen ond en pv.

Ik koop een ijsje en ik koop een hamburger.

hoofdzin + hoofdzin

Slide 4 - Slide

Hoofdzin en bijzin
In een samengestelde zin staat minimaal één hoofdzin.
Een hoofdzin is ook zonder het andere deel een goede zin.
In een hoofdzin staan er geen woorden tussen ond en pv.

Ik koop een ijsje, want ik heb het warm

hoofdzin + hoofdzin

Slide 5 - Slide

Hoofdzin en bijzin
In een samengestelde zin staat minimaal één hoofdzin.
Een bijzin is zonder het andere deel geen goede zin.
In een bijzin kunnen er woorden staan tussen ond en pv.

Ik koop een ijsje, omdat ik het warm heb.

hoofdzin + bijzin

Slide 6 - Slide

Hoofdzin / bijzin
Ik ga met de bus naar school, omdat mijn fiets kapot is.

Deze politicus is sympathiek, maar ik stem niet op hem.

Slide 7 - Slide

Hoofdzin / bijzin
Ze gaat naar Spanje, want ze wil een strandvakantie.

Jullie halen een goed cijfer als jullie je huiswerk maken.

Slide 8 - Slide

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?

Ik zit op voetbal, omdat ik graag wedstrijden speel.

A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 9 - Quiz

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?

Ik heb hem gebeld, maar hij neemt alweer niet op.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 10 - Quiz

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?

Voordat ik hem kende, was ik nog nooit verliefd geweest.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 11 - Quiz

Wat is een voegwoord?

Slide 12 - Mind map

Hoofdzin / bijzin

Deze politicus is sympathiek, maar ik stem niet op hem.
Ze gaat naar Spanje, want ze wil een strandvakantie.

Ik ga met de bus naar school, omdat mijn fiets kapot is.
Jullie halen een goed cijfer als jullie je huiswerk maken.

Slide 13 - Slide

Voegwoorden
Nevenschikkend: en, want, maar, of

Ik koop een trui en ik verkoop die met winst.
Ik draag een trui, want ik heb het koud.
Ik draag laarzen, maar mijn voeten worden toch nat.
Wil je een kopje thee of drink je liever koffie?

Slide 14 - Slide

Voegwoorden
Onderschikkend
omdat, als, dat, doordat, omdat, totdat, zodat, voordat, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of

Mijn been zit in het gips, omdat ik mijn kuit gebroken heb.
Hij appte zijn broer, terwijl hij gewoon op de fiets reed.
Ze mailde me dat ze morgen niet zal komen.

Slide 15 - Slide

Aliyah is allergisch voor koemelk, maar ze mag wel sojamelk drinken.

Slide 16 - Slide

De brandweer ging het gebouw niet binnen, omdat er instortingsgevaar was.

Slide 17 - Slide

Het werd een heel gezellig feest, hoewel er niet veel mensen waren.

Slide 18 - Slide

Op dat terrein komen huizen of er wordt een supermarkt gebouwd.

Slide 19 - Slide

Zin 5
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 20 - Quiz

Zin 6
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 21 - Quiz

Zin 7
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 22 - Quiz

Zin 8
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 23 - Quiz

Hoe goed ken jij nu de begrippen samengestelde zin, enkelvoudige zin, hoofdzin en bijzin?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Hoe tevreden ben jij over deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll