P9 Samengestelde zin

Leerdoelen
Je kunt herkennen:

                                 - hoofd- en bijzinnen in samengestelde zinnen
                                       
                
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Je kunt herkennen:

                                 - hoofd- en bijzinnen in samengestelde zinnen
                                       
                

Slide 1 - Slide

Theorie
Een zin met één persoonsvorm is een enkelvoudige zin.

                  
       VB:     De leerling zit achter de laptop.
                   De jongen mag niet meer op de tractor rijden.
                   Het meisje wilde graag shoppen met haar vriendinnen.

Slide 2 - Slide

Theorie
Een zin met meerdere persoonsvormen noem we een samengestelde zin.

VB: De jongen mag niet meer op de tractor rijden omdat hij 
       deze gisteren in de sloot parkeerde.
       Het meisje wilde graag shoppen met haar vriendinnen, 
       maar door de coronacrisis was dit onmogelijk.

Slide 3 - Slide

Theorie
Een samengestelde zin heeft altijd een hoofdzin
Een hoofdzin is een zelfstandige zin.

Een samengestelde zin kan een bijzin hebben.
Een bijzin is afhankelijk van een hoofdzin.

                                  De jongen mag niet meer op de tractor rijden 
                                                         omdat hij deze gisteren in de sloot parkeerde.


Slide 4 - Slide

Theorie
Een samengestelde zin heeft altijd een hoofdzin.

Een samengestelde zin kan uit meerdere hoofdzinnen bestaan.

Een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en één of meerdere bijzinnen hebben.

Een samengestelde zin kan uit meerdere hoofdzinnen bestaan met (ook nog) één of meerdere bijzinnen.


Slide 5 - Slide

Theorie
Hoe herken je een hoofdzin en hoe een bijzin in een zin?

Stappenplan
1.  Zoek de pv
2. Zoek het ow
3. Kan het woordje 'niet' of 'nooit' niet tussen pv en ow --> hoofdzin
     Kan het woordje 'niet' of 'nooit' wel tussen pv en ow --> bijzin


Slide 6 - Slide

Theorie
Hoe herken je een hoofdzin en hoe een bijzin in een zin?

Antwoord
--> In een hoofdzin kun je niets tussen ond en pv zetten; in een bijzin wel (bijvoorbeeld “nooit”/ “niet”)

De jongen (ow) mag (pv) niet meer op de tractor rijden 
                         omdat hij (ow) deze gisteren [niet] in de sloot parkeerde (pv).


Slide 7 - Slide

Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 8 - Quiz

Jan ziet Elly achter het raam en Wieke ziet Jan op de fiets.

A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 9 - Quiz

De tuin is nat, doordat het regent.

A
hoofdzin + hoofzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 10 - Quiz

Het meisje slaat haar zusje en zij stompt haar broertje, omdat ze stom doen.


A
hoofdzin + hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin + bijzin
C
hoofdzin + bijzin + bijzin

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt herkennen:

                                 - hoofd- en bijzinnen herkennen in                        
                                    samengestelde zinnen
                                       

Slide 12 - Slide