GLF_ethiek1

Opvoeding

Kampen, 31 december 2008


Een jong paard is maandag afgemaakt nadat het op de vlucht voor vuurwerk drie benen had gebroken. Het dier was in paniek geraakt, omdat vier jongens vuurwerk in het weiland hadden gegooid. In totaal sloegen daardoor drie paarden op hol. De
dieren gleden uit in de wei en het jongste paard brak daarbij drie benen.
De vier jongens zijn tussen de 12 en 15 jaar oud…



1 / 19
next
Slide 1: Slide
LevMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Opvoeding

Kampen, 31 december 2008


Een jong paard is maandag afgemaakt nadat het op de vlucht voor vuurwerk drie benen had gebroken. Het dier was in paniek geraakt, omdat vier jongens vuurwerk in het weiland hadden gegooid. In totaal sloegen daardoor drie paarden op hol. De
dieren gleden uit in de wei en het jongste paard brak daarbij drie benen.
De vier jongens zijn tussen de 12 en 15 jaar oud…



Slide 1 - Slide

vervolg...

De vier jongens hebben een dag later voor straf naar het dode paard moeten kijken. De eigenaresse van het dier vond dat de jongens met eigen ogen moesten zien wat ze hebben aangericht. De ouders van de kinderen stemden hiermee in, ze waren het er mee eens dat dit de juiste straf voor de jongens was. Toen die het paard zagen, boden ze meteen hun excuses aan. Volgens hun ouders waren ze daarna de hele dag
doodstil. Voor de politie is de zaak hiermee afgedaan.



Slide 2 - Slide

Goede gewoonten
Normaal en abnormaal > gedrag goedkeuren of afkeuren.

Overnemen en eigen maken van gewoonten

Gewenst gedrag leren

Ontwikkelen van besef van goed en kwaad



Slide 3 - Slide

'Alstublieft' zeggen als je iets vraagt of geeft

A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Bedanken als je een cadeautje krijgt.
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

De waarheid spreken.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Eerlijk delen.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Je schamen als je betrapt wordt.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Niet een ander de schuld geven van wat jij zelf hebt gedaan.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Niet praten met volle mond.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Niet schelden.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Geen herrie maken waarmee je anderen stoort.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Rekening houden met anderen.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Tegen je verlies kunnen.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Verdriet van een vriendje kunnen meevoelen.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Voorzichtig zijn met spullen van anderen.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

'Sorry' zeggen als je iets verkeerd hebt gedaan.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Morele opvoeding


Leren ontwikkelen van morele gevoelens.

Morele gevoelens hangen samen met principes en idealen (fatsoen, rechtvaardigheid, zelfbeheersing etc).




Slide 18 - Slide

Opdracht

1. Beschrijf een regel die bij jou thuis geldt en een belangrijke rol speelt.

2. Waarom hebben je ouders deze regel? Wat zegt het over wat zij belangrijk vinden?

3. Wat gebeurt er als iemand zich niet aan deze regel houdt?

4. Wat vind je zelf van deze regel?

5. Geef een voorbeeld van iets wat je in je opvoeding hebt meegekregen, dat je ook onder druk van een groep niet zult opgeven.

6. Geef een voorbeeld van iets wat je thuis niet doet, maar in je vriendengroep of in je klas wel.


Slide 19 - Slide