Morele ontwikkeling van adolescenten

Morele ontwikkeling van adolescenten

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de morele ontwikkeling van adolescenten beschrijven.

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zouden moeten kunnen.

Wat weet je al over de morele ontwikkeling van adolescenten?

Morele ontwikkeling

Morele ontwikkeling gaat over hoe mensen nadenken over wat goed en fout is.

Leg kort uit wat morele ontwikkeling is en wat het inhoudt.

Lawrence Kohlberg

Kohlberg heeft een theorie ontwikkeld over de morele ontwikkeling van kinderen en adolescenten.

Beschrijf kort wie Kohlberg is en wat zijn theorie inhoudt.

Niveaus van morele ontwikkeling

Kohlberg onderscheidt drie niveaus van morele ontwikkeling: pre-conventioneel, conventioneel en post-conventioneel.

Leg uit wat de drie niveaus inhouden en geef voorbeelden.

Pre-conventioneel niveau

Kinderen denken vooral aan zichzelf en aan straf en beloning.

Beschrijf het pre-conventioneel niveau en geef voorbeelden.

Conventioneel niveau

Mensen conformeren zich aan de regels en verwachtingen van de maatschappij.

Beschrijf het conventioneel niveau en geef voorbeelden.

Post-conventioneel niveau

Mensen hebben een eigen moreel kompas en handelen vanuit principes.

Beschrijf het post-conventioneel niveau en geef voorbeelden.

Discussie

Ga in groepjes uiteen en bespreek een situatie waarin morele keuzes moeten worden gemaakt. Bespreek welk niveau van morele ontwikkeling volgens jou het meest van toepassing is op deze situatie.

Geef instructies voor de discussie en geef de studenten de tijd om in groepjes de opdracht uit te voeren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.