Fase 2: Domein meten leerdoel 7

Horizontaal
1 / 29
next
Slide 1: Slide
meetkundePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Horizontaal

Slide 1 - Slide

Diagonaal

Slide 2 - Slide

Verticaal

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

horizontaal
verticaal
diagonaal

Slide 5 - Drag question

Welk woord herken je in deze afbeelding?
A
Verticaal
B
Diagonaal
C
Horizontaal
D
Rechtsaf

Slide 6 - Quiz

Welk woord herken je in de linkse figuur?
A
Verticaal
B
Diagonaal
C
Horizontaal
D
Linksaf

Slide 7 - Quiz

Deze tosti is doorgesneden op welke wijze?
A
Verticaal
B
Diagonaal
C
Horizontaal
D
Rechtsaf

Slide 8 - Quiz

Swipen kun je op 2 manieren volgens het plaatje, welke zijn dit?
A
Verticaal en horizontaal
B
Horizontaal en naar rechts
C
Naar beneden en naar links
D
Verticaal en diagonaal

Slide 9 - Quiz

Ben jij rechts of linkshandig?
A
Rechts
B
Links

Slide 10 - Quiz

rechts
Links

Slide 11 - Drag question

rechts
links

Slide 12 - Drag question

De fietser steekt zijn hand uit om
A
Rechts af te gaan
B
Links af te gaan

Slide 13 - Quiz

De vrachtwagen met rode cabine slaat...
A
Rechtsaf
B
Linksaf

Slide 14 - Quiz

De streep door dit verkeersbord is:
A
horizontaal
B
verticaal
C
diagonaal

Slide 15 - Quiz

Het is hier verboden om
A
rechtsaf te slaan
B
linksaf te slaan

Slide 16 - Quiz

Vul in:
Met dit rode teken geef je de ............ aan
(kies uit: rechtsaf, linksaf, horizontaal, verticaal, diagonaal, locatie)

Slide 17 - Open question

Vul in: De rode auto wil plotseling...
(kies uit: rechtsaf, linksaf, horizontaal, verticaal, diagonaal, )

Slide 18 - Open question

Vul in: Dit "bos" in Milaan is ....
(kies uit: rechtsaf, linksaf, horizontaal, verticaal, diagonaal, )




Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




11




Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen




















Vul in: Het jongetje op de fiets slaat....(kies uit: rechtsaf, linksaf, horizontaal, verticaal, diagonaal, locaties)







Afbeelding opties



































Open vraag













Dit "bos" in Milaan is...





Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




11




Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen




















Vul in: Het jongetje op de fiets slaat....(kies uit: rechtsaf, linksaf, horizontaal, verticaal, diagonaal, locaties)







Afbeelding opties































Vul in: Dit "Bos" in Milaan is...





Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




11




Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen




















Vul in: Het jongetje op de fiets slaat....(kies uit: rechtsaf, linksaf, horizontaal, verticaal, diagonaal, locaties)







Afbeelding opties


































Slide 19 - Open question

In deze landen rijden ze aan de rechterkant van de weg
A
Nederland
B
Suriname
C
Japan
D
België

Slide 20 - Quiz

In deze landen rijden ze aan de linkerkant van de weg
A
Nederland
B
Engeland
C
Australië
D
België

Slide 21 - Quiz

Windrichtingen

Slide 22 - Slide

Hoeveel windrichtingen staan er op een windroos?
Hoeveel windrichtingen
staan er op deze windroos?
A
4
B
8
C
12
D
16

Slide 23 - Quiz

Waar staat de afkorting N voor?

Slide 24 - Open question

Waar staat de afkorting Z voor?

Slide 25 - Open question

Waar staat de afkorting O voor?

Slide 26 - Open question

Waar staat de afkorting W voor?

Slide 27 - Open question

Sleep de windrichting naar de juist plaats
Noord
Zuid
West
Oost

Slide 28 - Drag question

Kies de juiste volgorde, zoals wij de windrichtingen opnoemen
A
Zuid, Noord, West, Oost
B
Oost, Noord, West, Zuid
C
Noord, Oost, Zuid, West
D
West, Noord, Zuid, Oost

Slide 29 - Quiz