Week 7: Verkleinwoorden les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom!

• Ga rustig op je plek zitten.
• Leg je werkspullen op tafel.
• Leg je boek op tafel.

Wat gaan we doen vandaag?

• Kletsen (5 minuten)
• Lezen (10 minuten)
• Woord van de dag (10 minuten)
• Huiswerk controle (10 minuten)
• Uitleg § 5 (10 minuten)
• Als er nog tijd over is: zelfstandig aan de slag!

10 minuten lezen!

Huiswerk controle

• Opdracht 1 t/m 7 van Spelling §4: Meervouden.
• Kom naar voor om je huiswerk te laten zien!
• Huiswerk niet af? 1 kruisje!
• Bij 3 kruisjes moet je nakomen...
  

Leerdoel

Je leert verkleinwoorden goed spellen.

Hoe maak je een woord kleiner?

Geef een voorbeeld van een verkleinwoord?

Wat valt je op?

§ 5 Verkleinwoorden

• Bij verkleinwoorden schrijf je meestal -je achter het woord.
• Soms moet je iets meer doen.
• Soms moet je -pje, -tje of -etje achter het woord schrijven.
• Als een woord eindigt op -ng, vervang dan de -g door een -k.
  
• Voorbeelden?
• Let op! Schrijf je het anders, heeft het meestal een andere betekenis.

Zelfstandig aan de slag!

• Maak opdracht 1 t/m 8 van § 5.
• Boek: blz. 230.
• Eerder klaar? Aan de slag met de extra opdracht in de digitale methode.
• Niet af? Morgen verder!