H2 Licht - 2.2 Licht en Schaduw

H2 Licht

2.2 Schaduwen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2 Licht

2.2 Schaduwen

Slide 1 - Slide

Welke 7 kleuren zitten er in het spectrum.

Slide 2 - Open question

van Uv-straling wordt je bruin en IR-straling is de warmte die je uitstraalt. Geef van beide soorten straling nog een andere toepassing

Slide 3 - Open question

Piet draagt het t-shirt hiernaast. Welke kleur licht schijnt er op het shirt in de onderstaande situaties. 
Blauw
zonlicht
Groen
Rood

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
8. Ik weet welke 3 lichtbundels er zijn en kan uitleggen hoe deze lichtbundels eruit zien
9. Ik weet wat het verschil is tussen een directe en een indirecte lichtbron.
10. Ik weet wanneer er schaduw ontstaat
11. Ik kan uitleggen wanneer er een grote schaduw ontstaat en wanneer er een kleine schaduw ontstaat.
12. Ik kan uitleggen wat de kernschaduw is en wat de halfschaduw is.
13. Ik kan schaduw op de juiste manier tekenen
14. Ik weet het verschil tussen een zonsverduistering en een maansverduistering en kan uitleggen wanneer deze ontstaat.

Slide 6 - Slide

Natuurlijke lichtbronnen






Kunstmatige lichtbronnen; Door mensen gemaakt

Slide 7 - Slide


De kast in het lokaal kan je ook zien. De kast zelf is geen lichtbron.

 De tafel weerkaatst alleen het licht van de lampen. 

Het is een indirecte lichtbron.

indirecte lichtbron weerkaatsen licht 
Indirecte lichtbronnen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

  • Lichtstralen bewegen altijd rechtdoor. 

  •  Lichtbundel is veel lichtstralen bij elkaar. 


  • Er zijn 3 verschillende lichtbundels. Divergerend, Convergerend & Evenwijdig. 
Lichtbundels

Slide 10 - Slide

Welke lichtbundel komt eruit een zaklamp
A
Evenwijdig
B
Divergerend
C
Convergerend

Slide 11 - Quiz

Hoe ontstaat schaduw?

Slide 12 - Open question

Hoe ontstaat schaduw
Schaduw ontstaat op plekken waar geen licht kan komen. 

Slide 13 - Slide

Onthouden
De grootte van de schaduw hangt af van van de plaats van 
  1. de lichtbron
  2. het poppetje
  3. het scherm

Slide 14 - Slide

schaduw en lichtbron
Puntvormige lichtbron: 

  • kleine lichtbron
  •  lichtstralen snijden in zelfde punt
  • scherpe schaduw



Diffuse lichtbron: 

  • zendt veel lichtstralen uit in verschillende richtingen
  • verzameling van puntlichtbronen
  •  ontstaat kernschaduw en halfschaduw. 





Slide 15 - Slide

schaduw bij puntlichtbron
schaduw bij diffuse lichtbron 

Slide 16 - Slide

Schaduw tekenen punt lichtbron
stappenplan:

  • teken vanuit de lichtbron een lichtstraal boven langs het voorwerp
  • Teken vanuit de lichtbron een lichtstraal onderlangs het voorwerp. 
  • Geef aan waar de schaduw zich bevindt op het scherm

Slide 17 - Slide


neem de afbeelding over op papier. de puntlichtbron (L1) schijnt op de doos. Teken de schaduw die ontstaat op het scherm

Slide 18 - Open question

schaduw tekenen diffuse lichtbron

Slide 19 - Slide


Neem de afbeelding hiernaast over op papier. een diffuse lichtbron schijnt op de doos. Teken de schaduw die ontstaat op het scherm. geef ook aan waar de kernschaduw en halfschaduw zich bevinden
Neem de afbeelding over op papier. De diffuse lichtbron (L1) schijnt op de doos. Teken de schaduw die ontstaat. geef ook aan waar de kernschaduw en halfschaduw zich bevinden. 

Slide 20 - Open question

zonsverduistering:

  • maan staat tussen de zon en aarde. 
  • Schaduw van de maan valt op aarde




Maansverduistering:

  • Aarde staat tussen de zon en maan. 
  • De kernschaduw van de aarde valt op de maan.

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten van 2.2 

2, 4, 5, 7 , 9
12, 13, 16, 19
20, 22 

Klaar:
Nakijken en verbeteren gemaakt werk
Uitwerken leerdoelen in samenvatting 

Slide 22 - Slide

Lever hier de gemaakte opdrachten van 2.2 in.

Slide 23 - Open question

Leerdoelen
8. Ik weet welke 3 lichtbundels er zijn en kan uitleggen hoe deze lichtbundels eruit zien
9. Ik weet wat het verschil is tussen een directe en een indirecte lichtbron.
10. Ik weet wanneer er schaduw ontstaat
11. Ik kan uitleggen wanneer er een grote schaduw ontstaat en wanneer er een kleine schaduw ontstaat.
12. Ik kan uitleggen wat de kernschaduw is en wat de halfschaduw is.
13. Ik kan schaduw op de juiste manier tekenen
14. Ik weet het verschil tussen een zonsverduistering en een maansverduistering en kan uitleggen wanneer deze ontstaat.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide


er schijnen twee muntlichtbronnen(L1 en L2) op de doos. Teken van beide lichtbronnen de schaduw die ontstaat op het scherm en geef aan waar de kernschaduw en halfschaduw zich bevinden

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide