Quiz Aanpassingen bij dieren

Wat is de functie van de staartvin van een vis?
A
Sturen
B
Afzetten tegen het water
C
Stabiele ligging in het water
D
zwemmen
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat is de functie van de staartvin van een vis?
A
Sturen
B
Afzetten tegen het water
C
Stabiele ligging in het water
D
zwemmen

Slide 1 - Quiz

Wat ontbreekt er bij vissen aan het skelet?
A
Schoudergordel
B
Bekkengordel
C
Ledematen
D
Schedel

Slide 2 - Quiz

Sommige amfibieën en reptielen hebben een kinetische schedel, wat betekent dit?

Slide 3 - Open question

Het schild van een schildpad hoort bij het skelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke aanpassing hebben de botten van vogels?
A
Ze zijn hol
B
Ze zijn flexibel
C
Ze zijn extra stevig
D
Ze zijn van kraakbeen

Slide 5 - Quiz

Het grote borstbeen van een vogel noem je een:
A
Kiel
B
Roer
C
Uitsteksel
D
Aanhechtingsplek

Slide 6 - Quiz

Een giraf heeft evenveel halswervels als een mens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Je ziet het skelet van een gorilla. Hij loopt op zijn hele voetzool. Dit noem je een:
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Hoefganger

Slide 8 - Quiz

Zoolgangers kunnen vooral goed lopen op:
A
Zachte ondergrond
B
Harde ondergrond
C
Beide

Slide 9 - Quiz

Een kat is een teenganger, een kat loopt op:
A
De middenvoetsbeentjes en teenkootjes
B
De teenkootjes
C
De middenvoetsbeentjes
D
Het hielbeen

Slide 10 - Quiz

Een paard is een hoefganger. Hoefgangers lopen op:
A
De teenkootjes
B
De hele voetzool
C
De toppen van de tenen

Slide 11 - Quiz

Tracheeen 
Kieuwen
Longen

Slide 12 - Drag question