Wanneer handhygiëne.
Wanneer handreiniging/ handdesinfectie
Een uitzondering geldt als er een indicatie is voor handreiniging (zichtbare verontreiniging of
contact met lichaamsvocht) én een indicatie voor handdesinfectie (schone of aseptische
handeling).
Pas in ieder geval altijd handdesinfectie toe voorafgaande aan schone of aseptische handelingen.
Pas handreiniging toe in de volgende gevallen:
- Als de handen zichtbaar verontreinigd zijn.
- Na contact met lichaamsvochten, secreta, excreta, slijmvliezen of niet-intacte huid (van zowel
- de patiënt als van uzelf) dus ook na neussnuiten, hoesten of niezen en toiletgang.
- Na contact met patiënten met diarree en (vermoeden van) een besmetting met Norovirus of Clostridium difficile 1.
Pas in alle overige situaties dat handhygiëne is aangewezen bij voorkeur handdesinfectie toe
omdat dit de huid minder belast.