Gezondheidsproblemen onderkennen vpk 1

Interpreteren van gezondheidsproblemen en welbevinden
VK- B1-K1-W1 
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Interpreteren van gezondheidsproblemen en welbevinden
VK- B1-K1-W1 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar gaan we het over hebben?

Wat is nu eigenlijk gezondheid?

 Wanneer voel jij je gezond?
 Is gezondheid voor iedereen hetzelfde?
 Of kan je op verschillende manieren naar gezondheid kijken?  


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is gezondheid?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Definitie van gezondheid:
Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter het ontbreken van ziekte (WHO, 1948)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kijkend naar deze definitie; ben jij dan gezond?

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Wat houdt epidemiologie in?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Epidemiologie 
Gezondheid kan je dus op verschillende manieren bekijken. Wat voor de ene persoon belangrijk is gezien gezondheid hoeft niet voor iemand anders belangrijk te zijn qua gezondheid. Daarnaast zijn er factoren die van invloed zijn op de gezondheid. Het vakgebied dat zich bezig houdt met het inzichtelijk maken van de gezondheidstoestand van de bevolking is de epidemiologie. Epidemiologie bied dus inzichten in de wijze waarop ziekte- en sterftepatronen verdeeld zijn over de bevolking.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat houden de termen Mortaliteit, morbiditeit en Multi morbiditeit in?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Mortaliteit, morbiditeit en Multi morbiditeit
Mortaliteit: percentage personen dat sterft aan een bepaalde aandoeningen gedurende en bepaalde tijdseenheid. 
Morbiditeit: percentage mensen met een gezondheidsprobleem. 
Multi-morbiditeit: Mensen met chronische gezondheidsproblemen hebben niet één, maar meer gezondheidsproblemen tegelijk. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn gezondheidsverschillen?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Wat betekend de SES?
A
sterfte economische status
B
sociaaleconomische status
C
Stedelijke Ecologische Structuur
D
sociale economische symbolen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Gezondheidsverschillen
Sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV) zijn verschillen in gezondheid en sterfte tussen mensen met een hoge en mensen met een lagere (sociaaleconomische) positie in de maatschappij.

Slide 12 - Slide

Sociaal- economische status (SES): en etnische achtergrond hebben relatie met gezondheid. Lagere opleidings-, beroeps- of inkomensniveau hebben mindere gunstige gezondheidstoestand. (SEGV) sociaal economische gezondheidsverschillen. Lagere SES hogere lichamelijke en psychische problemen. Ook verschillen in ervaren gezondheid en gezonde levensverwachtingen. Sociale relaties zijn groter en sterker als hogere SES of hoge opleiding, meer positieve relaties, wat bijdraagt aan bijvoorbeeld minder kans op kaner en haartvaatziekten, en posietieve invloed op lichamelijk functioneren. Ook psychische gezondheid is betere bij sociale steun. Combinatie van factoren kunnen leiden tot SEVG. Bijvoorbeeld combinatie leeftijd en geslacht met rookgedrag alcoholgebruik en te lage consumptie van groenten en fruit.

Ziekte en gezondheid. Factoren die van invloed zijn op gezondheid 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Model van Lalonde 
Elke gezondheidsdeterminanten heeft een specifieke invloed op een gezondheidsprobleem. Gezondheidsdeterminanten vormen ook een leidraad voor het optimaliseren van gezondheidsprobleemnen het inzicht krijgen in gezondheidsrisico's en het verbeteren van de (volks)gezondheid. Het Health concept van Lalonde brengt dit in kaart (Sassen, 2018).

  

Slide 14 - Slide

Gezondheidsdeterminanten: factoren die invloed hebben op ziekte en gezondheid.
Endogene determinanten: persoonsgebonden, genetische factoren en verworven eigenschappen. Voorbeelden? Afwijkingen in genen, ook voor psychische stoornissen, , aanleg voor gezondheidsproblemen, hoge bloeddruk, afwijkingen immuunsysteem, glucosespiegel, overgewicht, cholesterol gehalte, veroudering.
Leefstijl & gedrag: gedragingen die positieve of negatieve invloed hebben op gezondheid en/ of – problemen. Voedingsgedrag, gezondheidsvaardigheden, alcohol- en drugsgebruik, rookgedrag, beweging, seksueel gedrag.
Fysieke en maatschappelijke omgeving: je woonomgeving, sociale steun, werk, blootstelling aan bepaalde factoren.
Medische zorg en preventie: daling totale sterfte, preventie en kwaliteit van leven. Optimaliseren behandeling en zorg. Maar ook resistentie AB, infecties, bijwerkingen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Health field concept van Lalonde
Gezondheid wordt beïnvloed door verschillende soorten factoren, gezondheidsdeterminanten genoemd
:
Leefstijl
Erfelijkheid
Gezondheidsvoorzieningen
Woonomgeving
Sociale omgeving

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Health field concept van Lalonde
Het Health Field concept van Lalonde beschrijft de determinanten die van invloed zijn op de gezondheid (gezondheidsdeterminanten)
Vormt de leidraad bij de analyse van gezondheidsproblemen. Daarnaast biedt het model aanknopingspunten voor gezondheidsbevordering

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Biologische factoren
Endogene factoren
Factoren binnen het individu
Erfelijkheid, geslacht, genetische aanleg
Astma, kleurenblindheid, taaislijmziekte


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Biologische factoren
Verworven eigenschappen
Eigenschappen die verworven zijn door leefstijl en omgeving
Verhoogde bloeddruk door stressvolle baan
Longproblemen door roken

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Leefstijl

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Sociale omgeving:
Gezinssituatie, familie, klasgenoten, media, sociale normen en waarden, etc.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Fysieke omgeving:
Woonomgeving, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, milieufactoren, verkeerssituatie, etc.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zorgvoorzieningen
Beschikbaarheid:
Door wetenschappelijke ontwikkelingen steeds meer zorgvoorzieningen beschikbaar
NIP-Test, vaccinaties, PET-scan, etc.

Toegankelijkheid:
Zorgverzekering

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Gezondheidsproblemen onderkennen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Gebieden risicosignalering
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toetst op de thema’s;
 1.huidletsel, 
2. ondervoeding/overgewicht,
3. vallen,
4. problemen medicatiegebruik,
5. depressie
6. incontinentie (Kwaliteitsdocument 2013).

Een goede risicosignalering beperkt zich echter niet alleen tot de onderwerpen uit het Kwaliteitsdocument. Je cliënt kan immers op allerlei fronten risico’s lopen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Methodische aanpak risicosignalering 
Verkennen
Plannen en doen
Evalueren en bijstellen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Verkennen
Verkennen: Eerst verken je het (verhoogde) risico dat je hebt opgemerkt samen met de cliënt en eventueel zijn of haar vertegenwoordiger. Wat kan de oorzaak zijn, wil de cliënt hier iets aan doen, wat vindt de cliënt belangrijk?



Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Plannen en doen

Plannen en doen:
1. Je onderneemt actie om iets aan de risico’s te doen en problemen te voorkomen.
2.Volg het protocol wat jullie organisatie voor dit gezondheidsrisico gebruikt,
3. Overleg zo nodig in overleg met de arts of andere disciplines.
4. Samen met de cliënt bepaal je de doelen en de interventies. 

Dit kunnen praktische handelingen zijn (denk aan wisselligging bij risico op decubitus), maar ook advies en voorlichting geven, motiveren van je cliënt en stimuleren van zijn zelfredzaamheid. Je afspraken en observaties op die afspraken rapporteer je natuurlijk in het zorgdossier.



Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Evalueren en bijstellen

1. Evalueer de resultaten met de cliënt(vertegenwoordiger) en de arts en/of andere betrokken professionals.
2. Geef samen antwoord op de vraag: heeft deze extra zorg het gewenste resultaat gegeven? Gaat het goed?
3.Ga, zo nodig, door met de gekozen acties. Kan het (nog) beter?
4, Stel de acties bij om een beter resultaat te bereiken.
5.Plan nogmaals een evaluatiemoment in om te zien of de nieuwe acties het gewenste effect hebben.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Positieve gezondheid
Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.

Risicosignalering: je signaleert niet alleen risico's en lost ze op, maar je werkt hierin nauw samen met de zorgvrager en zijn netwerk om de risico's te voorkomen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

Wanneer je een risico signaleert, is het belangrijk dat je daarna actie onderneemt.
Verkennen: Eerst verken je het (verhoogde) risico dat je hebt opgemerkt samen met de cliënt en eventueel zijn of haar vertegenwoordiger. Wat kan de oorzaak zijn, wil de cliënt hier iets aan doen, wat vindt de cliënt belangrijk?
Plannen en doen: Je onderneemt actie om iets aan de risico’s te doen en problemen te voorkomen. Volg het protocol wat jullie organisatie voor dit gezondheidsrisico gebruikt, zo nodig in overleg met de arts of andere disciplines. Samen met de cliënt bepaal je de doelen en de interventies. Dit kunnen praktische handelingen zijn (denk aan wisselligging bij risico op decubitus), maar ook advies en voorlichting geven, motiveren van je cliënt en stimuleren van zijn zelfredzaamheid. Je afspraken en observaties op die afspraken rapporteer je natuurlijk in het zorgdossier.
Evalueren en bijstellen: Evalueer de resultaten met de cliënt(vertegenwoordiger) en de arts en/of andere betrokken professionals. Geef samen antwoord op de vraag: heeft deze extra zorg het gewenste resultaat gegeven? Gaat het goed? Ga, zo nodig, door met de gekozen acties. Kan het (nog) beter? Stel de acties bij om een beter resultaat te bereiken. Plan nogmaals een evaluatiemoment in om te zien of de nieuwe acties het gewenste effect hebben.

Slide 39 - Slide

Sommige risico’s kunnen problemen veroorzaken die steeds erger worden en zelfs overlijden tot gevolg hebben.
Risicosignalering verhoogt de kwaliteit van leven van cliënten en de veiligheid van de zorg

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Welke signalen (rode vlaggen signaleert) de thuiszorgmedewerkster bij mevrouw De Groot?
Op welke signalen zou je nog meer kunnen letten? 
(denk hierbij aan)
Is sprake van zelfzorgmedicatie?
Gebruikt de cliënt medicatie volgens voorschrift?
Is er sprake van bijwerkingen?
Is de cliënt de afgelopen periode gevallen?
Is de cliënt tevreden met de huidige medicatie?
Zijn er problemen met gebruik of beheer van de medicatie?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Casus: Man bijt hond 
Casus bespreking
Het camerateam van ‘Man bijt Hond’ schuift dagelijks aan bij mensen
om tijdens de maaltijd de dag door te nemen. In dit filmpje ontmoet
het camerateam een weduwnaar. Bekijk het filmpje en ga met elkaar
in gesprek.

https://www.npostart.nl/drie-eenheid-seks-macht-en-liefde/15-02-2012/POMS_NCRV_121408

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Link

This item has no instructions

Vragen n.a.v. het filmpje 

  • Wat valt je op in het filmpje? 
  • Welk(e) mogelijk(e) risico('s) signaleer je?
  • Wat kun/zou je doen?

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Mogelijke risico's 
  • Risico op oogproblemen: dhr. vertelt de notenbalk niet meer te kunnen zien. 

  • Risico op vallen: dhr. loopt met een stok enigszins wankel. 

  • Risico op ondervoeding: dhr. laat de maaltijd zien die hij gaat opwarmen, maar drinkt eerst 3-4 borrels. Heeft hij daarna nog trek? 

  • Risico op eenzaamheid: dhr. vertelt niets over mensen waar hij nu frequent contact mee heeft. Wel noemt hij het kerstdiner. Gaat de heer werkelijk naar Engelse les? Lukt dit hem als hij een notenbalk moeilijk lezen kan? 

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

Vakkundig handelen. Met vakkennis, door toepassing van specifieke kennis en vaardigheden . Toepassen op specifieke patient. Leer de patiënt kennen. Wat zijn de drijfveren van de de pat.
 Je levert kwaliteit, neemt je verantwoordelijkheid en bent in staat verantwoording af te leggen.