M2_NE_week 5_herhaling fictie en gedicht hst 1, 2 en 3_uitleg hst 4

1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Regels in de onlineles
Doe actief mee in de les.
Heb je een vraag? Steek je hand op in de LessonUp.
Beantwoord de vragen snel en serieus.
Heb je geen beurt? Dan staat je microfoon uit (mutestand).

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Realistische fictie is verzonnen, maar de gebeurtenissen kunnen in het echt gebeuren.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Non-fictie is verzonnen.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

Een round character is een personage met maar één karaktereigenschap.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

Spanningsvragen zorgen ervoor dat je door wilt lezen, want je wilt antwoord op je vragen.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Plaats en tijd hebben betrekking op het thema van het verhaal.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Chronologische volgorde is een volgorde met flashbacks en terugblikken.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Een gedicht bestaat uit versregels.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

De versregels in een gedicht die bij elkaar horen, noem je een alinea.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Een gedicht moet altijd rijmen.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Een dichter kan gebruik maken van dichterlijke vrijheid, door woorden te verzinnen of expres fouten te maken.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Van een gedicht met eindrijm kun je een rijmschema maken.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

AABB noemen we omarmend rijm.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

ABAC noemen we gebroken rijm.
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

ABAB noemen we gepaard rijm
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Michiel van Beusekom is de hoofdpersoon in het boek 'Oorlogswinter'. In het verhaal volg je alleen Michiel. Hoeveel verhaallijnen heeft Oorlogswinter denk je?
A
één
B
twee of meer

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Zij is een sterke vrouw.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 32 - Quiz

Hij is een beer.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 33 - Quiz

Hij is een grote kerel.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 34 - Quiz

Zij is zo sterk als een beer.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Tekst
Hij is zo gezond als een vis
De maan is een kromme neonlamp.
De appel valt niet ver van de boom.
Metafoor
Vergelijking-met-als
Vergelijking

Slide 42 - Drag question

Slide 43 - Slide