To have got

Have Got
Na deze les kan je het werkwoord 'have got' gebruiken in (+), (-) en (?) - zinnen. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Have Got
Na deze les kan je het werkwoord 'have got' gebruiken in (+), (-) en (?) - zinnen. 

Slide 1 - Slide

What does "to have got" mean?

Slide 2 - Open question

He, she, it
I, you, we, they
have got
has got

Slide 3 - Drag question

(+): je hebt iets wel
I have got 75 plants. 
My boyfriend and I have got a cat. 
My parents have got two children. 
My brother has got one very nice sister :) 

Slide 4 - Slide

Tell me what you've got
(gebruik een hele zin!)

Slide 5 - Open question

(-): we hebben iets niet. 
We plakken 'not' achter het hulpwerkwoord:
I haven't got a Tesla. 
My brother hasn't got a girlfriend. 
We haven't got a president. 


Slide 6 - Slide

In America, they .............. a king or queen.
A
gotn't
B
haven't got
C
have not got
D
have not

Slide 7 - Quiz

My cat ........... any food left in her bowl.
A
has not
B
has not got
C
got not
D
hasn't got

Slide 8 - Quiz

(?): vragen of iemand iets heeft
we zetten het hulpwerkwoord vooraan in de zin: 
Have you got a pencil for me?
Has my neighbour got a cat?
Have they got a new phone?

Slide 9 - Slide

Hoe vraag je of iemand broers of zussen heeft?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Maak van deze zin een vraagzin:
They have got three dogs.

Slide 12 - Open question

Maak van deze vraag een bevestigende zin:
Have you got any hobbies?

Slide 13 - Open question

maak van deze ontkenning een bevestigende zin en een vraagzin:
Mr Ivo hasn't got nice students.

Slide 14 - Open question

Kan je nu...
... Have got en has got gebruiken in (+), (-) en (?) - zinnen?

... nog vragen stellen als iets niet helder is?

Slide 15 - Slide