6.1 Vergroten

6.1 Vergroten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6.1 Vergroten

Slide 1 - Slide

Je gaat in deze paragraaf leren wanneer iets een vergroting is.

Slide 2 - Slide

VERGROTEN

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bij vergroten blijft de vorm hetzelfde, maar veranderen de hoeken wel.
A
JUIST
B
ONJUIST, vorm verandert ook
C
ONJUIST, vorm verandert en hoeken blijven hetzelfde
D
ONJUIST, hoeken blijven ook hetzelfde

Slide 6 - Quiz

Paragraaf 6.1
Soms zijn figuren te klein en wil je die figuren vergroten. Hoe doe je dat? Bij de vergroting blijven de verhouding van het figuur hetzelfde.

Slide 7 - Slide

Vergroting

Slide 8 - Slide

Paragraaf 6.1
Bij een vergroting worden alle 
lengte van dat figuur met 
hetzelfde getal vermenigvuldigd. 
Bij het vergroten blijft de vorm 
van het figuur hetzelfde. 
Ook de hoeken van het figuur blijven hetzelfde.

Slide 9 - Slide

Wat is waar?
A
Alle zijden zijn 2 keer zo groot geworden.
B
De hoeken zijn even groot gebleven.
C
De vorm is het zelfde gebleven.
D
Dit is een vergroting.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Antwoord O6

Slide 12 - Slide