hoofdstuk 6 basis kader introductie

Vergroten en schaal
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Vergroten en schaal

Slide 1 - Slide

Je gaat in deze paragraaf leren wanneer iets een vergroting is.
en hoe de schaal werkt 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

VERGROTEN
wat is de vergroting?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

VERGROTEN
wat is de vergroting?
van B naar C?
Van B naar A
origineel

Slide 7 - Slide

Van B naar C
A
6:4=1.5
B
4:6=0.667

Slide 8 - Quiz

Van B naar A
A
4:3=1.333
B
3:4=0.75

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bij vergroten blijft de vorm hetzelfde, maar veranderen de hoeken wel.
A
JUIST
B
ONJUIST, vorm verandert ook
C
ONJUIST, vorm verandert en hoeken blijven hetzelfde
D
ONJUIST, hoeken blijven ook hetzelfde

Slide 12 - Quiz

vergroten
Soms zijn figuren te klein en wil je die figuren vergroten. Hoe doe je dat? Bij de vergroting blijven de verhouding van het figuur hetzelfde.

Slide 13 - Slide

Vergroting

Slide 14 - Slide

Paragraaf 6.1
Bij een vergroting worden alle 
lengte van dat figuur met 
hetzelfde getal vermenigvuldigd. 
Bij het vergroten blijft de vorm 
van het figuur hetzelfde. 
Ook de hoeken van het figuur blijven hetzelfde.

Slide 15 - Slide

Wat is waar?
A
Alle zijden zijn 2 keer zo groot geworden.
B
De hoeken zijn even groot gebleven.
C
De vorm is het zelfde gebleven.
D
Dit is een vergroting.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

1:40
1cm is in het echt 40 cm 
hoe lang is het paard

Slide 18 - Slide

Hoe lang is het
paard in het echt?

Slide 19 - Open question

1:400
1cm is in het echt 400 cm 
hoe lang is het vliegtuig

Slide 20 - Slide


A
10x400=4000cm
B
15x400=6000cm
C
60 meter
D
600 decimeter

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

hoe lang is de
auto in het echt
1:50

Slide 23 - Open question