This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De fietsenwinkel
Rekenles
Slide 1 - Slide
De fietsenmaker had altijd 13 schroevendraaiers. Nu heeft hij er nog maar 8. Hoeveel is hij er kwijt?
A
6
B
5
C
3
D
8
Slide 2 - Quiz
In een wiel zitten 25 spaken. Door een valpartij zijn er 6 spaken afgebroken. Hoeveel spaken zijn er over?
A
19
B
31
C
18
D
20
Slide 3 - Quiz
Het is druk in de fietsenwinkel! Er worden nu 5 klanten geholpen. Er staan 12 klanten te wachten. Hoeveel klanten zijn er in totaal?
A
13
B
7
C
17
D
12
Slide 4 - Quiz
Er staan in de winkel 21 fietsen te koop. Een meneer koopt er 1 voor zichzelf. Hij koopt er ook 1 voor zijn vrouw. Hoeveel fietsen staan er nu nog te koop?
A
18
B
12
C
19
D
20
Slide 5 - Quiz
Tijd voor pauze. Er werken 5 mensen in de winkel. Ze hebben allemaal 2 boterhammen mee. Hoeveel boterhammen hebben ze in totaal?
A
2
B
10
C
5
D
12
Slide 6 - Quiz
Er moeten 8 fietsen gemaakt worden vandaag. De helft is al klaar. Hoeveel fietsen moeten ze nog maken?
A
6
B
5
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
Een mevrouw betaalt de reparatie aan haar fiets. Ze moet €8 betalen. Ze geeft een briefje van €10. Hoeveel geld krijgt ze terug?
A
€8
B
€4
C
€3
D
€2
Slide 8 - Quiz
Op het stuur zitten 5 schroeven. 3 schroeven zitten los. Hoeveel schroeven zitten nog vast?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quiz
De fietsenmaker gaat een stukje fietsen. Hij wil 12 kilometer fietsen. Hij heeft al 6 kilometer gehad. Hoeveel kilometer moet hij nog?
A
5
B
4
C
13
D
6
Slide 10 - Quiz
De dag is klaar! De fietsenmaker gaat naar huis. Hij moet 25 kilometer rijden. Hij is al 5 kilometer onderweg. Hoeveel kilometer moet hij nog rijden?