Getallen en Berekeningen

Getallen en Berekeningen
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Getallen en Berekeningen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je: de waarde van elk cijfer in een getal aangeven, getallen op de getallenlijn plaatsen, getallen vergelijken, sommen, producten, verschillen en quotiënten berekenen en de juiste volgorde van berekeningen bepalen.

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen van de les en leg uit wat de leerlingen zullen leren.
Wat weet jij al over getallen en berekeningen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Getallenlijn
Een getallenlijn is een lijn waarop getallen geplaatst worden. Dit kan positieve en negatieve getallen bevatten.

Slide 4 - Slide

Laat een afbeelding zien van een getallenlijn en leg uit hoe het werkt.
Positief en negatief
Een positief getal is groter dan nul en een negatief getal is kleiner dan nul.

Slide 5 - Slide

Leg de begrippen positief en negatief uit en geef voorbeelden.
Getallen vergelijken
Om getallen te vergelijken, gebruik je 'is groter dan' of 'is kleiner dan'.

Slide 6 - Slide

Leg uit hoe je getallen vergelijkt en geef voorbeelden.
Som
Een som is de uitkomst van het optellen van getallen.

Slide 7 - Slide

Leg uit wat een som is en geef voorbeelden.
Product
Een product is de uitkomst van het vermenigvuldigen van getallen.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat een product is en geef voorbeelden.
Verschil
Het verschil is de uitkomst van het aftrekken van getallen.

Slide 9 - Slide

Leg uit wat het verschil is en geef voorbeelden.
Quotiënt
Het quotiënt is de uitkomst van het delen van getallen.

Slide 10 - Slide

Leg uit wat het quotiënt is en geef voorbeelden.
Volgorde van berekeningen
Je moet berekeningen uitvoeren in de volgorde van haakjes, machtsverheffen, vermenigvuldigen en delen, optellen en aftrekken.

Slide 11 - Slide

Leg uit wat de volgorde van berekeningen is en geef voorbeelden.
Oefenen
Laten we oefenen met het plaatsen van getallen op de getallenlijn en het uitvoeren van berekeningen.

Slide 12 - Slide

Laat de leerlingen opdrachten maken om te oefenen met de geleerde vaardigheden.
Herhaling
Nu weet je hoe je de waarde van elk cijfer in een getal aangeeft, getallen op de getallenlijn plaatst, getallen vergelijkt, sommen, producten, verschillen en quotiënten berekent en de juiste volgorde van berekeningen bepaalt.

Slide 13 - Slide

Herhaal de leerdoelen van de les en vat kort samen wat de leerlingen geleerd hebben.
Vragen
Heb je nog vragen over de les?

Slide 14 - Slide

Stel de leerlingen in staat om vragen te stellen over de les.
Bronnen
Hier zijn enkele bronnen die je kunnen helpen bij het oefenen van de geleerde vaardigheden: [bron 1], [bron 2], [bron 3].

Slide 15 - Slide

Geef de leerlingen bronnen waar ze kunnen oefenen en verder kunnen leren.
Quiz
Laten we onze kennis testen met een quiz!

Slide 16 - Slide

Maak een quiz om te testen wat de leerlingen geleerd hebben.
Quiz vraag 1
Wat is de uitkomst van 5 x 2?

Slide 17 - Slide

Geef de vraag voor de quiz en laat de leerlingen het antwoord schriftelijk beantwoorden.
Quiz vraag 2
Wat is het verschil tussen 10 en 4?

Slide 18 - Slide

Geef de vraag voor de quiz en laat de leerlingen het antwoord schriftelijk beantwoorden.
Quiz vraag 3
Wat is de juiste volgorde van berekeningen voor 2 + 6 x 3?

Slide 19 - Slide

Geef de vraag voor de quiz en laat de leerlingen het antwoord schriftelijk beantwoorden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.