De (kerst)etiquette-quiz! Hoe gedroeg je je bij het kerstdiner rond 1900?

Etiquette-quiz
Beleefdheidsregels bij het kerstdiner rond 1900: 
wie weet het meeste over hoe je je moest gedragen?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeGeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 7,8Leerjaar 1-3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Etiquette-quiz
Beleefdheidsregels bij het kerstdiner rond 1900: 
wie weet het meeste over hoe je je moest gedragen?

Slide 1 - Slide

Dit is een vooral leuke (maar natuurlijk ook leerzame) quiz om voor de kerstvakantie met je leerlingen te spelen. Wie weet het meeste over etiquette bij het kerstdiner rond 1900? De quiz bestaat uit 12 vragen. Eventueel kun je een prijs(je) uitreiken aan de winnaar. Deze quiz kan zowel alleen als in groepjes gespeeld worden. De toelichting op de antwoorden kan steeds in de notities gevonden worden.
Over Huis Van Gijn
In Huis Van Gijn beleef je van kelder tot kap hoe een welgestelde familie en hun personeel woonden en werkten rond 1900.
 
Naast prachtig aangeklede kamers, heeft meneer Simon van Gijn (1836-1922) ook kunst en antiek verzameld. 

Ook hebben we veel voorwerpen die tijdens zijn leven voor chique diners zijn gebruikt. Wat kunnen deze ons leren over de beleefdheidsregels van toen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


Hoeveel gangen werden er rond 1900 met kerst bij de 
familie Van Gijn opgediend, denk je?
A
3-5 gangen
B
6-8 gangen
C
9-11 gangen
D
12-16 gangen

Slide 3 - Quiz

Simon van Gijn heeft oude menukaarten van zulke gelegenheden bewaard, waarop we kunnen zien dat er soms wel 16 gangen werden opgediend tijdens uitgebreide kerstdiners! Dit waren vaak wel kleine gerechtjes.

Wat at je vroeger met deze lepel?
(Je kunt de lepel zien door te klikken op de hotspot →)
A
Vis
B
Kroket
C
Wortels
D
Taart

Slide 4 - Quiz

Aan het einde van de 19de eeuw werden er door zilversmeden en juweliers allerlei zilveren gereedschappen bedacht om gerechtjes mee op te scheppen: sardienvorkjes, kreeftvorkjes, puddinglepels, en dus ook een kroketschep - waar de kroket perfect op past.

De gastvrouw moest bij het diner zorgen voor een goede balans tussen verschillende soorten
gerechten. Op welke manier moesten de gangen in balans zijn?
A
Niet alleen maar koude of alleen warme gerechten
B
Niet alleen lichte of juist zware gerechten
C
Niet alleen maar vis of alleen maar vlees
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quiz

Het idee was dat er afwisseling in allerlei verschillende opzichten moest zijn tussen de verschillende gerechten. Vinden de leerlingen dit zelf ook prettig?

Deze menukaart kreeg Simon van Gijn in 1896 bij een diner van kennissen.
Het is het geschreven in het Frans. 
Waarom?
A
Rijke Nederlanders spraken ook Frans, dat was chic
B
Omdat hij dit menu van een Franse kennis kreeg
C
Omdat de kennis een diner met Franse gerechten gaf
D
Simon van Gijn was eigenlijk Frans

Slide 6 - Quiz

De elite (de belangrijke bovenste klasse van de bevolking) beheerste t/m het begin van de 20ste eeuw het Frans heel erg goed. Zij gebruikten het ook om onderling in te communiceren. Daarmee liet je dus zien dat je van goede klasse was!

Wat mocht wél aan de dinertafel?
A
Brood snijden met een mes
B
Erwten met een lepel eten
C
Pitjes op de rand van je bord leggen
D
Kluiven

Slide 7 - Quiz

Brood moest je breken met je handen, niet snijden. Erwtjes moest je - heel onhandig - met je vork eten! Van kluiven kreeg je hele vieze handen, dat werd niet netjes gevonden. Pitjes, graatjes en beentjes mocht je op de rand van je bord leggen, maar natuurlijk niet met je vingers. Pitjes moest je op een lepeltje van mond naar je bord brengen.

Waar mocht je over praten aan de dinertafel?
A
Over de politiek
B
Over het personeel dat voor je werkte
C
Over kunst of literatuur
D
Over je kinderen

Slide 8 - Quiz

Politiek zou saai zijn voor dames en voor de heren bezorgt het "een slechte spijsvertering", mopperen op personeel was ook uit den boze (zij konden dit vaak ook horen aangezien zij het eten opdienden). Op familieaangelegenheden zat niemand te wachten. Neutrale onderwerpen (zoals kunst, reizen en literatuur) werden geschikt geacht. Daarnaast kon je met die thema's ook laten zien dat je ontwikkeld was. Verder gold:
"Praten moet men aan tafel vooral niet laten,
want hoe drukker men converseert,
des te beter de spijs verteert."


Hoe at je asperges?
A
B
C
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quiz

Hoe men asperges at, verschilde van tijd tot tijd, maar ze eten als een haring zal nooit geaccepteerd geweest zijn. Asperges snijden 'doen de Engelsen'. Ze vasthouden met vingers en vork is het vaakst correct bevonden.

Maak de zin af: "Meneer [...] wordt verzocht Mevrouw ..."
(Je kunt het kaartje ook zien door te klikken op de hotspot →)
A
...naar het rijtuig te brengen
B
...naar de dansvloer te begeleiden
C
...naar huis te brengen
D
...naar tafel te geleiden

Slide 10 - Quiz

Bij sommige diners kregen de mannelijke gasten bij aanvang van de gastheer een kaartje waarop de naam van hun tafeldame stond. Dit moest hij dan de hele avond begeleiden en aan tafel helpen, met het inschenken van een drankje en het helpen met opscheppen. Het volledige kaartje is op de volgende slide te zien.

Slide 11 - Slide

Het volledige kaartje in beeld, zonder censuurbalk.

Hoeveel borden had je nodig als je een kerstdiner met 12
gangen serveert aan 12 gasten?
A
Je deed de hele avond met hetzelfde bord: 12 dus
B
Om het gerecht kreeg je een schoon bord: 72 dus
C
Voor elke gang kreeg je een schoon bord: 144 dus
D
Voor elke gang kreeg je een bord + een bord voor afval: 288 dus

Slide 12 - Quiz

12x12=144

Wat mocht je met een lepel eten?
A
Soep
B
Erwten
C
Gehaktballetjes
D
Rijst

Slide 13 - Quiz

Als de leerlingen hadden opgelet, wisten ze al dat je erwtjes met een vork moest eten. Je mocht alleen vloeibaar eten met een lepel nuttigen.

Wat gebeurde er met de restjes na het kerstdiner?
De restjes werden...
A
...opgegeten door het personeel
B
...aan de armen gegeven
C
...weggegooid
D
...in nieuwe gerechten verwerkt

Slide 14 - Quiz

Restjes zoals vlees, aardappelen, groenten en vis werden verwerkt in allerlei schoteltjes, pasteien en andere gerechten om de volgende dag weer geserveerd te worden. Ook konden ze als koude schotels bij het ontbijt of middageten op tafel gezet worden. Veel kookboeken hebben een aparte rubriek voor recepten van restjes. Er is zelfs een kookboek uitgegeven speciaal voor restverwerking (zie de volgende slide). Heel duurzaam dus; er werd niets weggegooid!

Slide 15 - Slide

Een speciaal kookboek, speciaal voor restverwerking!
Waar of niet waar?
Sleep naar de juiste plek.
Niet waar
Waar
Beleefdheidsregels kon je nalezen in etiquette-boeken

Slide 16 - Drag question

Waar! Er waren talloze etiquetteboeken verkrijgbaar. Hier op de foto is de meest bekende te zien.
Bedankt!
Wil je meer weten of de voorwerpen in deze quiz in het echt zien? Kijk dan op www.huisvangijn.nl of bezoek Huis Van Gijn in Dordrecht!

Slide 17 - Slide

Een zelfstandig bezoek met leerlingen is altijd gratis. Voor een overzicht van onze door museumdocenten begeleide schoolprogramma's, kijk op https://www.huisvangijn.nl/schoolprogrammas/