Les 7 leesvaardigheid (27-09-2022)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Welkom

Telefoon op stil in de telefoontas.

Ga rustig ergens zitten, pak je leesboek en begin met lezen.

Deze les

- Terugblik vorige lessen.

- Beginnen met oefentoets (zelfstandig). 

- Uitslag oefentoets bepaalt welke laatste oefeningen je nog maakt voor toets van volgende week.

- Eventueel volgende les oefentoets afmaken of beginnen met de laatste oefeningen.

 

Doelen

- Ik oefen met de verschillende leesstrategieën (globaal, zoekend, nauwkeurig en studerend lezen). 

- Ik kan de verschillende tekstdoelen herkennen.

Ik wil snel weten waar de
tekst over gaat. Ik ga:

1. Intensief lezen
2. Zoekend lezen
3. Globaal lezen
4. Lerend lezen

Ik wil het antwoord op een
vraag in een tekst
vinden. Ik ga:

1. Intensief lezen
2. Zoekend lezen
3. Globaal lezen
4. Lerend lezen

Ik lees een boek. Ik ga:

1. Intensief lezen
2. Zoekend lezen
3. Globaal lezen
4. Lerend lezen

Ik lees een tekst om belangrijke
informatie te onthouden,
bijvoorbeeld voor een toets. Ik ga:

1. Intensief lezen
2. Zoekend lezen
3. Globaal lezen
4. Lerend lezen

Noteer alle tekstdoelen die je kent

DOEL van een tekst

- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL

DOEL:

Informeren

De schrijver wil dat je iets te weten komt

DOEL:

Instructie geven

De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen

DOEL:

Overtuigen

De schrijver wil jou overtuigen van zijn mening. Hij gebruikt hiervoor verschillende argumenten.

DOEL:

Activeren

De schrijver wil dat je iets WEL gaat doen

DOEL:

Amuseren

De schrijver wil je vermaken

Doel: Beschouwen

De schrijver wil dat de lezer een mening vormt (dit hoeft NIET zijn mening te zijn). De schrijver belicht het onderwerp van meerdere kanten.

PUBLIEK van een tekst

- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK

Maken

Wat: Oefentoets maken. 

Hoe: Zelfstandig, dus zonder te overleggen.

Hulp? Weet je een vraag niet, dan sla je deze over. Ik loop rond en je kunt me een vaag stellen als ik bij je ben. Geen vingers.

Tijd? Tot 13.20.

Uitkomst: Je hebt in ieder geval de eerste 5 vragen gemaakt.

Klaar? Roep mij, dan krijg je een oefenblad. Maar neem de tijd. Je mag de oefentoets de volgende les afmaken.

Huiswerk

Kader: Bestudeer onderwerp en hoofgedachte (paragraaf 2) en oorzaak-gevolg en doel-middel (par. 9 en 10).

GL: Bestudeer tekstdoelen (par. 1) en onderwerp en hoofdgedachte (par. 2).