dag 1

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Ruzie

afpakken

• van iemand iets pakken
• werkwoord
• ik pak af - wij pakken af
• zin: Het kindje heeft een mes in zijn hand. De moeder pakt het af.

1

alleen

• 1 persoon of 1 ding
• alleen <---> samen
• zin: Ik ben alleen thuis. Mijn man en kinderen zijn weg.
• zin: Nee, ik wil geen suiker in de koffie. Alleen melk. 

2

als

• 1) wanneer
• zin: Als ik op mijn werk kom, drink ik eerst een kopje koffie.
• 2) even...als = hetzelfde
• zin: Ik ben even oud als mijn buurvrouw. 

3

bedankt

• dankjewel
• ik ben dankbaar
• zin: Bedankt voor de mooie bloemen! 

4

blijven

• 1) niet weggaan
• werkwoord
• ik blijf - wij blijven
• zin: Ik ben moe, ik blijf vanavond thuis.
• 2) niet stoppen
• zin: Het blijft maar regenen. 

5

het cijfer

• getal
• 1,2,3,4,5,6,7,8,9,0 zijn cijfers
• het cijfer - de cijfers
• zin: Vijftien in cijfers = 15 

6

Wat betekent het woord:
afpakken

1

1. van iemand iets pakken
2. iemand helpen
3. iemand iets geven
4. boos zijn op iemand

Er is niemand in de kantine. Ik ben helemaal ...........

2

1. samen
2. alleen
3. verdrietig
4. boos

Maak een zin met het woord:
als

3

.......... voor het cadeau!

4

1. Alsjeblieft
2. Blij
3. Bedankt
4. Bellen

Maak een zin met het woord:
blijven

5

Waar zie je cijfers?

6

1. 
2. 
3.