What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
REKENTAAL WISK X HOOFDSTUK 1
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
NT2
Secundair onderwijs
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welke rekentaalwoorden heb je onthouden?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
De som
3 + 2 =
4 - 2 =
Slide 8 - Slide
Schrijf in cijfers:
vijf plus zeven is twaalf
Slide 9 - Open question
Schrijf in cijfers:
vijftien min vier is elf
Slide 10 - Open question
Schrijf in cijfers:
twee keer drie is zes
Slide 11 - Open question
Schrijf in cijfers:
tien gedeeld door vijf is twee
Slide 12 - Open question
SCHRIJF in letters en reken uit.
9 + 8 =
Slide 13 - Open question
SCHRIJF in letters en reken uit.
8 x 4 =
Slide 14 - Open question
SCHRIJF in letters en reken uit.
20 : 5 =
Slide 15 - Open question
SCHRIJF in letters en reken uit.
40 - 8 + 6 =
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Spel
Leerling 1 schrijft een som op het bord.
Leerling 2 leest de som voor en rekent de som uit.
Slide 18 - Slide
GROEPSOPDRACHTEN
1. VERDEEL jullie in groepen van 3.
2. GEEF jullie groep een naam.
3. NEEM een blad en een balpen.
Slide 19 - Slide
OPDRACHT 1: plus of min
1. Is het plus of min?
2. Draai aan het rad en zeg het juiste antwoord.
3. Heb je het fout? Dan mag de volgende groep antwoorden tot er gemist wordt.
Zie:
https://wordwall.net/resource/36671046
Slide 20 - Slide
OPDRACHT 2: alles door elkaar
1. MAAK een tabel.
2. SCHRIJF het woord in de juiste kolom.
Zie:
https://wordwall.net/nl/resource/36671238/rekentaal-thema-1
Slide 21 - Slide
OPDRACHT 3: QUIZ
Zie:
https://create.kahoot.it/details/2a8d8dc9-b456-4bf6-9c41-63e0e3eb26d1
Slide 22 - Slide
MAAK
de opdrachten.
--> Zie bundel rekentaal p. 3 - 8
Slide 23 - Slide
TOT HIER !
Slide 24 - Slide
HERHALING WOORDEN
+ en -:
https://wordwall.net/resource/36671046
alles:
https://wordwall.net/resource/36671238
alles:
https://kahoot.it/challenge/?quiz-id=1d8e398f-26eb-4fe4-8285-de0ebfe27f34&single-player=true
alles:
https://kahoot.it/challenge/?quiz-id=91702d71-3297-4bf6-b42f-03643633489e&single-player=true
Slide 25 - Slide
LEES de getallen correct.
21
35
76
96
255
363
299
1.200
1.030
1.325
25.000
46. 289
123.000
100.000
145.987
1.000.000
1.345.980
Slide 26 - Slide
SCHRIJF de getallen correct.
1. 21
2. 80
3. 35
4. 100
5. 120
6. 875
7. 1.020
Slide 27 - Slide
LUISTER. SCHRIJF wat je hoort op.
1. Ik heb 20 en haal er 4 af.
2. Ik heb 345 en doe er 45 bij.
3. Ik vermenigvuldig 5 met 7.
4. Ik deel 500 door 10.
5. Wat is het verschil van 690 en 90?
Slide 28 - Slide
3 is een cijfer.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
13 is een cijfer.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quiz
136.000 is een getal.
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quiz
Het cijfer 496 bestaat uit de getallen 4, 9 en 6.
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quiz
In het getal 4.235 is het cijfer 2 een honderdtal.
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quiz
In het getal 41.365 is het cijfer 5 een tiental.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quiz
In welk getal heeft het cijfer 4 de waarde van 4.000?
A
2.345
B
4.234
C
1.234
D
2.341
Slide 35 - Quiz
In welk getal heeft het cijfer 8 de waarde van 800?
A
9.385
B
4.738
C
1.834
D
8.345
Slide 36 - Quiz
MAAK een getal waarin 1 een duizendtal is, 4 een honderdtal, 9 een tiental en 3 een eenheid.
Slide 37 - Open question
TEKEN een getallenlijn.
Je start bij het getal 20 en eindigt bij het getal 40.
Slide 38 - Slide
SCHRIJF de getallen op volgorde van groot naar klein.
9
4
0,10
16
10
40
1
0
Slide 39 - Slide
BEANTWOORD de vragen.
1. Welk getal staat in het midden?
2. Welk getal is het grootst?
3. Welk getal is het kleinst?
4. Welke getallen zijn er groter dan 10?
5. Welke getallen zijn er kleiner dan 4?
Slide 40 - Slide
Welke som en antwoord horen bij de zin? Wat is het quotiënt van 18 en 2?
Slide 41 - Open question
Welke som en antwoord horen bij de zin? Hoeveel is 35 en 56 in totaal?
Slide 42 - Open question
Welke som en antwoord horen bij de zin? Wat is het verschil van 40 en 5?
Slide 43 - Open question
Welke som en antwoord horen bij de zin? Ik heb 30 en doe er 20 bij.
Slide 44 - Open question
Welke som en antwoord horen bij de zin? Ik trek 1 af van 50.
Slide 45 - Open question
MAAK een getal die bestaat uit 5 cijfers, waarbij 3 een honderdtal is.
Slide 46 - Open question
SCHRIJF de getallen op volgorde van groot naar klein.
nul
heel (= 1)
kwart (= 1/4)
halve (= 1/2)
driekwart (= 3/4)
Slide 47 - Slide
More lessons like this
REKENTAAL WISK X HOOFDSTUK 1
September 2023
- Lesson with
37 slides
NT2
Secundair onderwijs
S1L3: Getallen tot 1000
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
L110: Delers en veelvouden - negatieve getallen
February 2023
- Lesson with
14 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
Herhaling wiskunde 1A trimester 1
October 2022
- Lesson with
45 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Herhaling wiskunde 1A trimester 2
March 2022
- Lesson with
35 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Getallenleer Max 1B
November 2022
- Lesson with
49 slides
Wiskunde
Buitengewoon secundair onderwijs
W23 Getallen tot 1 000 000 000
March 2023
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
Getallenkennis
August 2022
- Lesson with
14 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs