H4 Staatsinrichting

STAATSINRICHTING
1 / 54
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

STAATSINRICHTING

Slide 1 - Slide

Wat weet je over de staatsinrichting van Nederland?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Map

Nederland is een...
Constitutionele monarchie
Parlementaire democratie


Slide 4 - Slide

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Koninkrijk zonder grondwet
C
Land met een grondwet maar geen koning
D
Koninkrijk met een absolute koning

Slide 5 - Quiz

Wat is een parlementaire democratie denk je? Geef een omschrijving

Slide 6 - Open question

Parlementaire democratie:
  • Je stemt op volksvertegenwoordigers  die in het parlement komen en daar wetten maken namens jou.



Slide 7 - Slide

Nederland heeft...

  • Het parlement: De eerste en tweede kamer
  • De regering: Koning + ministers



Slide 8 - Slide

Begrippen
Parlement:
Eerste en Tweede kamer samen, volksvertegenwoordiging
Constitutionele monarchie:
Koninkrijk met een grondwet (waar de koning zich ook aan moet houden)
Parlementaire democratie:
Mensen kiezen volksvertegenwoordigers voor in het parlement

Slide 9 - Slide

Zoek op:
  • De taken van de regering en de taken van het parlement
  • Wat is het verschil tussen de regering en het parlement?

Slide 10 - Slide

PARLEMENT: 1e+2e kamer

- Wetten maken & aannemen
- Controleert ministers
- Vergaderen



REGERING: ministers(+koning)

- Bedenkt wetten
- Wetten uitvoeren
- Vergaderen

Slide 11 - Slide

Nog even over die democratie
  • Democratie = het volk beslist
  • Drie kenmerken:  
  1.  Verkiezingen
    2. Vrijheid van meningsuiting
    3. Gebaseerd op de Trias Politica

Slide 12 - Slide

Trias Politica
  • Bedacht tijdens de Franse Revolutie
  • "Scheiding der drie machten":
    1. Wetgevende macht
    2. Uitvoerende macht
    3. Rechtgevende macht
  • Om misbruik te voorkomen

Slide 13 - Slide

Bij welke macht hoort welk begrip en waarom? 

  • Hoge Raad
  • Koning
  • Parlement
  • Internationaal Strafhof
  • Politie
  • Regering
  • Leger
  • Openbaar Ministerie
De drie machten:
- Uitvoerende macht
- Wetgevende macht
- Rechterlijke macht 

Slide 14 - Slide

Bij welke macht hoort welk begrip en waarom? 

  • Hoge Raad: Rechterlijk
  • Koning: Uitvoerend
  • Parlement: Wetgevend
  • Internationaal Strafhof: Rechterlijk
  • Politie: Uitvoerend
  • Regering: Wetgevend/Uitvoerend
  • Leger: Uitvoerend
  • Openbaar Ministerie: Rechterlijk
De drie machten:
- Uitvoerend
- Wetgevend
- Rechterlijk

Slide 15 - Slide

Wie heeft in Nederland de wetgevende macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 16 - Quiz

Wie heeft in Nederland de uitvoerende macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 17 - Quiz

Wie heeft in Nederland de rechterlijke macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 18 - Quiz

Klopt de Trias Politica helemaal in Nederland? Ja of nee? Waarom?

Slide 19 - Open question

Begrippen
Trias Politica
Scheiding tussen drie politieke machten: wetgevend, uitvoerend, rechterlijk
Regering
De ministers en de koning(in) samen
Democratie:
Vorm van bestuur waarbij het volk beslist

Slide 20 - Slide

Welke politieke partijen ken je?

Slide 21 - Mind map

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?
A
Liberalisme, confessionalime, feminisme
B
Socialisme, liberalisme
C
Confessionalisme, liberalisme, socialisme
D
Communisme, confessionalisme, liberalisme

Slide 22 - Quiz

Waar staan deze partijnamen voor? (blz 77 WB)
  • PvdA
  • CDA
  • SP
  • VVD
  • PVV


Klaar? Deel ze in bij een van de politieke stromingen

Slide 23 - Slide

Begrippen
Liberalisme:
Politieke stroming die zoveel mogelijk vrijheid voor burgers wil.
Socialisme:
Politieke stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil & opkomt voor de armen.
Confessionalisme:
Politieke stroming die zich op de Bijbel baseert & voor christenen opkomt.

Slide 24 - Slide

Gebruik paragraaf 3

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Snelle quiz: Bij welke stromingen horen de volgende posters?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Confessionalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Geen van alle

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
D
Geen van alle

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle

Slide 36 - Quiz

Meerderheid
  • 75+1
  • Kiesdeler
  • Coalitie

Slide 37 - Slide

Begrippen
Kiesdeler
Aantal stemmen gedeeld door 150, bepaald hoeveel zetels een partij krijgt (bijv. 10 miljoen : 150 = 66.666 stemmen nodig voor één zetel.)
Coalitie
Samenwerkingsverband tussen verschillende partijen om een meerderheid te krijgen

Slide 38 - Slide

STAATSINRICHTING: WETTEN & HET PARLEMENT

Slide 39 - Slide

Hoe wordt een wet gemaakt?

Slide 40 - Slide


De weg van de wet
  1.  Wetsvoorstel ingediend
  2.  Tweede kamer gaat bespreken
  3.  Tweede kamer gaat stemmen
  4.  Eerste kamer gaat bespreken
  5.  Eerste kamer gaat stemmen
  6.  Koning ondertekent 
  7.  Regering voert het uit

Slide 41 - Slide

Wie is er niet betrokken bij het maken van een wet?
A
Het parlement
B
De koning
C
De regering
D
De gemeenteraad

Slide 42 - Quiz

Parlementaire Rechten
  • Budgetrecht
  • Recht  van enqûete
  • Recht van initiatief
  • Recht van amendement
  • Recht van enqûete
  • Recht van interpellatie
  • Motie van wantrouwen

Slide 43 - Slide

Parlementaire Rechten
  • Budgetrecht: Goed- of afkeuren begroting
  • Recht  van enqûete: Onderzoek naar de overheid
  • Recht van initiatief: Indienen wetsvoorstel
  • Recht van amendement: Veranderen van een wetsvoorstel
  • Recht van interpellatie: Vragen stellen aan regering
  • Motie van wantrouwen: Vertrouwen opzeggen in minister

Slide 44 - Slide

Leg in eigen woorden uit hoe een wet gemaakt wordt.

Slide 45 - Open question

Wat is geen parlementair recht? Recht van..............
A
Interpellatie
B
Amendement
C
Censureren
D
Initiatief

Slide 46 - Quiz

Begrippen
Parlementaire rechten
Taken waar het parlement zich mee bezig moet houden: budgetrecht, enqûeterecht, vragenrecht, amendementsrecht, recht van initiatief

Slide 47 - Slide

STAATSINRICHTING: GRONDRECHTEN & CHECKLIST

Slide 48 - Slide

Kijk het filmpje & schrijf op: 
  • Wat zijn klassieke grondrechten?
  • Wat zijn sociale grondrechten?
  • Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?
  • Noem een voorbeeld van een klassiek grondrecht en van een sociaal grondrecht

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video

Schrijf op: 
  • Wat zijn klassieke grondrechten?
  • Wat zijn sociale grondrechten?
  • Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?
  • Noem een voorbeeld van een klassiek grondrecht en van een sociaal grondrecht

Slide 51 - Slide

Begrippen
Klassieke Grondrechten
Grondrechten die de burger beschermen tegen de overheid. Hiervoor kun je naar de rechter als deze geschonden worden.
Sociale Grondrechten
Grondrechten die bepalen wat de overheid voor de burger moet doen. Hiervoor kun je niet naar de rechter als deze geschonden worden.

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Video

STAATSINRICHTING:  HERHALING

Slide 54 - Slide