Insecten


Insecten

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Insecten

Slide 1 - Slide

Wat weet jij van insecten?

Slide 2 - Mind map

Vijf soorten insecten
  1. Vlinders
  2. Bijen/hommels
  3. Sprinkhanen
  4. Libellen
  5. Kevers


Slide 3 - Slide

De vlinder

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Kijkvraag
'Welke bijen steken?'

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Welke bijen steken?

Slide 9 - Open question

Kijkvraag
'Hoe oud kan een koningin worden?'

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoe oud kan een koningin worden?

Slide 12 - Open question

De sprinkhaan

Een sprinkhaan is een insect. Sprinkhanen staan erom bekend dat het dieren zijn die hoog en ver kunnen springen. Ook hebben de meeste sprinkhaanrassen kleine vleugeltjes waardoor ze langer in de lucht blijven voor de landing. Een sprinkhaan legt eitjes.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

De libellen

Libellen worden onderverdeeld in twee groepen: de libellen en de juffers. Een juffer is een rustige vlieger. De vleugels zijn even groot en worden langs het slanke achterlijf gelegd. De ogen zitten aan de zijkant van de kop en hebben de vorm van een halve bol.


Een libel is een snelle vlieger. De achtervleugels zijn breder dan de voorvleugels en de libel houdt de vleugels breeduit gestrekt. Het achterlijf is ook breder dan het lijf van de juffer. De ogen zijn groot en raken elkaar bijna bovenop de kop.

Slide 15 - Slide

Het achterlijf van een libel is breder dan het lijf van de juffer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Link

De kever
Kevers zijn insecten waarbij de voorvleugels veranderd zijn in harde schilden die de achtervleugels bedekken. Ze vormen de grootste orde van de insecten en er zijn naar schatting ongeveer 400.000 verschillende soorten kevers.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hoe veel poten heeft een kever?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!

Teken een insect, kies uit: vlinder, bijen, sprinkhaan, libellen, kever.

Let op opvallende kenmerken:

  • hoeveel poten heeft het insect? hoe zitten de poten aan het lijfje vast?
  • heeft het insect een staart?
  • welke kleuren heeft het insect? zijn de kleuren fel of juist zacht?
  • heeft het insect haartjes, of een schildje?
  • kun je de ogen van het insect zien?

Slide 21 - Slide