Leerdoelgericht werken TL-H1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5 - Planten

LDG werken klas 1TL/H

Wat zie je op de foto?

1. organisme
2. orgaan
3. weefsel
4. cel

Wat zie je op de foto?

1. organisme
2. orgaan
3. weefsel
4. cel

Wat zie je op de foto?

1. organisme
2. orgaan
3. weefsel
4. cel

Wat zie je op de foto?

1. organisme
2. orgaan
3. weefsel
4. cel

HOOFDSTUK 5  | Planten bekijken

Je leert uit welke delen een plant en een plantencel bestaan.

1. Je kunt benoemen en herkennen uit welke organen een plant bestaat en kent de functie van de verschillende organen.
2. Je kunt benoemen uit welke onderdelen een plantencel bestaat en kent de functie van de verschillende onderdelen.

§5.1 PLANTEN BEKIJKEN

Je leert hoe een plant overleeft.

Uit welke 4 organen bestaat een plant?

Practicum 1: Planten in de binnentuin

Voor practicum 1 moet je naar de binnentuin. Je onderzoekt of alle planten
wortels, stengels bladeren en bloemen hebben. 

Wat moet je doen?

a) Ga in de binnentuin van school op zoek naar planten. Zoek de planten op verschillende plaatsen.

Kies uit: op muren – boomstammen – tussen straatstenen – tussen het gras –onder bomen en struiken – bij het water – in het water.

b) Kijk op elke plaats die je hebt gevonden goed rond. Kies zes verschillende planten uit. Vul voor deze planten de tabel in.

Sleep de woorden naar de juiste plek

bloem

wortels

blad

stengel

Sleep de taken naar de juiste plek

1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.

2. Water met mineralen opzuigen en verankering in de grond

3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.

4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

bladgroenkorrel

celmembraan

celkern

vacuole

cytoplasma

celwand

Exit vraag 1:

Teken een plant.

Benoem de 4 organen.

Schrijf de taak van de organen erbij.

Exit vraag 2:

Teken schematisch een plantencel.

Benoem de celonderdelen.

Exit vraag 3:

Welke celonderdelen van een plantencel kun je niet zien wanneer je de cel onder de microscoop bekijkt?