4.3 Afronden herhaling (2)

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Wiskunde



Blok 1

1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Wiskunde



Blok 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Check in
- Wie is er wel en wie niet
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen 
- Wat gaan we doen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verwachtingen
Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:
- Luister je stil naar de instructie
- Werken we netjes en serieus
- Hebben we respect voor elkaar
- Mag je vragen stellen en fouten maken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
- Terugblik
- Instructie
- Aan de slag
- Afsluiten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Rond af op een heel getal
7,4

6,3

16,389

28,561
timer
1:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doelen van deze les
Ik kan
- decimale getallen afronden
- afronden op ronde getallen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Test
Test
Rond af op 1 decimaal

7,456

16,812

893,231



Slide 7 - Slide

Kijk welke leerlingen het al begrijpen en dus zelfstandig kunnen werken.
Leerlingen die het niet begrijpen krijgen verlengde instructie.
Test
Test
Rond af op 2 decimalen achter de komma

7,306
8,611
9,4893
17,9191
168,2020

Slide 8 - Slide

Kijk welke leerlingen het al begrijpen en dus zelfstandig kunnen werken.
Leerlingen die het niet begrijpen krijgen verlengde instructie.
Instructie
Regels bij afronden

* lager dan 5, afronden naar beneden
  5 of hoger, afronden naar boven

* Je kijkt naar het eerstvolgende cijfer

Slide 9 - Slide

Instructie (herhaling) wat is een decimaal.

Instructie afronden.
Decimaal een 5 of hoger. Getal ervoor wordt 1 hoger. Afronden naar boven.
Decimaal lager dan 5. Getal ervoor blijft gelijk. Afronden naar beneden.
Instructie
Bijvoorbeeld
Afronden op een decimaal

7,13

Het eerste decimaal is 1
Ik kijk naar het eerstvolgende decimaal, dat is 3
3 is lager dan 5
Ik rond af naar beneden
Het getal wordt 7,1

Slide 10 - Slide

Instructie (herhaling) wat is een decimaal.

Instructie afronden.
Decimaal een 5 of hoger. Getal ervoor wordt 1 hoger. Afronden naar boven.
Decimaal lager dan 5. Getal ervoor blijft gelijk. Afronden naar beneden.
Instructie
Bijvoorbeeld
Afronden op een heel getal.

8,261

Het hele eerste decimaal is 2
Ik kijk naar het eerstvolgende decimaal, dat is 6
6 is hoger dan 5
Ik rond af naar boven
Het getal wordt 8,3

Slide 11 - Slide

Instructie (herhaling) wat is een decimaal.

Instructie afronden.
Decimaal een 5 of hoger. Getal ervoor wordt 1 hoger. Afronden naar boven.
Decimaal lager dan 5. Getal ervoor blijft gelijk. Afronden naar beneden.
Oefenen - samen
Rond af op een decimaal

4,35
10,421
8,781
12,49

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oefenen - alleen
Rond af op een decimaal

6,32
8,74
19,46
19,57
38,399
937,86211

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak het werkblad.


Klaar?
redactiesommen.nl
KlasT2A

timer
45:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Testje 'is je doel behaald'?

Rond af op een heel getal 8,35
Rond af op 1 decimaal 16,451
Rond af op 2 decimalen 17,9826

Slide 15 - Slide

This item has no instructions