HO1-6.4+6.8

6.4 De ogen
6.8 De pupilreflex
Tekstboek blz. 57
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.4 De ogen
6.8 De pupilreflex
Tekstboek blz. 57

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Slide

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen.
Wat is de prikkel voor het oor?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid

Slide 3 - Quiz

Wat zit NIET in het oor?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Talgklieren
D
Gehoorbeentjes

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen
  • Je moet de organen rondom een oog kunnen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je moet in een afbeelding van het oog de delen kunnen benoemen.
  • Je moet van de delen van een oog de kenmerken en functies kunnen benoemen.


Slide 5 - Slide

Ogen liggen goed beschermd in de oogkassen van onze schedel

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wenkbrauwen houden het zweet tegen zodat het niet in de ogen komt

Slide 8 - Slide

Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en fel licht

Slide 9 - Slide

Oogleden beschermen de ogen tegen vliegjes

Slide 10 - Slide

Traanklieren maken traanvocht
Traanbuizen staan in verbinding met de neusholte

Slide 11 - Slide

Wat zorgt er voor dat zweet niet in onze ogen kan lopen?
A
wenkbrauwen
B
wimpers
C
oogleden

Slide 12 - Quiz

Iris is het gekleude deel van het oog

Slide 13 - Slide

Pupil is een opening van de 
iris

Slide 14 - Slide

glasachtig lichaam is doorzichtig

Slide 15 - Slide

In het vaatvlies bevinden zich de bloedvaatjes

Slide 16 - Slide

De binnenste laag is het netvlies.
Daar zitten de zintuigcellen in

Slide 17 - Slide

Macula is de gele vlek, daar zien we het scherpst

Slide 18 - Slide

Waar de oogzenuw zit is de blinde vlek, daar zitten geen zintuigcellen

Slide 19 - Slide

Kunnen we op de gele plek het scherpst of het minst scherp zien?
A
het scherpst
B
het minst scherp

Slide 20 - Quiz

Waardoor zien we op de blinde vlek niets?
A
omdat die plek blind is
B
omdat daar geen zintuigcellen zitten

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Door pupilreflex zijn de kringspieren aangespannen bij
A
Veel invallend licht
B
Weinig invallend licht

Slide 24 - Quiz

Zelfstandig werken



Lezen: blz. 57 t/m 59 + 72
Maken: opdr. 15 t/m 19 (werkboek blz. 46 t/m 48) + opdr. 33+34 (werkboek blz. 58+59)
Leren: afbeelding 19 + 21 + 24

Klaar?
Nakijken (nakijkboekje op Fronter)


Slide 25 - Slide

Belangrijk!
Herkansing of inhalen proefwerk hoofdstuk 5:

Volgende week dinsdag 1 juni van (11.00 tot 12.00):
Via Fronter!

Slide 26 - Slide

Volgende keer:


Huiswerk:
Lezen: blz. 57 t/m 59 + 72
Maken: opdr. 15 t/m 19 (werkboek blz. 46 t/m 48) + opdr. 33+34 (werkboek blz. 58+59)
Leren: afbeelding 19 + 21 + 24
Volgende les:
6.5


Slide 27 - Slide

Welke afvalstoffen komen in de lucht?

Door verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool) komen afvalgassen in de lucht:
koolstofdioxide
zwaveldioxide
stikstofoxiden

Slide 28 - Slide

Welke afvalstoffen komen in de lucht?
gevolg van de uitstoot is luchtvervuiling:

1: fijnstof (verbranding van fossiele brandstoffen)
2: smog (fijnstof blijft hangen door geen wind)
3: verzuring (ook ammoniak uit mest)

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Welke van onderstaande brandstoffen is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Bio-ethanol
C
Steenkool
D
Gas

Slide 31 - Quiz

Verzuring van het milieu wordt vooral veroorzaakt door gassen zoals ammoniak, stikstofoxide en zwaveldioxide.
Welk van deze afvalgassen is voornamelijk afkomstig uit de veeteelt?
A
Ammoniak
B
Stikstofoxide
C
Zwaveldioxide

Slide 32 - Quiz

Waarom is koolstofdioxide een probleem?
Koolstofdioxide (CO2) komt steeds meer in de atmosfeer.
Wat betekent dat?

Het broeikaseffect

Slide 33 - Slide