Herhalen toetsstof

Herhalen gedeelte hoofdstuk 3 
& hoofdstuk 4

Mevrouw Dubero
1 / 47
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhalen gedeelte hoofdstuk 3 
& hoofdstuk 4

Mevrouw Dubero

Slide 1 - Slide

Inhoud
Poder en Querer
Zinnen vertalen (meerkeuze)
Gusta of gustan
Woorden vertalen
Leesopdracht menukaart




Slide 2 - Slide

Poder en Querer

Slide 3 - Slide

Poder en Querer (hoofdstuk 3)

Poder betekent ________
Is een ________ werkwoord​
Het heeft daarom een ________ wissel​
Behalve de ________ & ________ vorm​

Vervolgens vervoegen we het zo:​
Stap 1: Je haalt ________ er af​
Je houdt de ________ over​
Stap 2: Je kijkt welke ________ je moet hebben​
Stap 3: Deze plak je achter de ________​


Querer betekent ________

Is een ________ werkwoord​
Heet heeft daarom een ________ wissel​
Behalve de ________ & ________ vorm


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

María no _________ encontrar su movíl.
A
Puede
B
Puedes
C
Puedo
D
Pueden

Slide 6 - Quiz

Poder:
Nosotros _________ ir a la playa.
A
Puedo
B
Podemos
C
Pueden
D
Podéis

Slide 7 - Quiz

Yo _________ ir a la fiesta de Isabela.
A
Podemos
B
Puede
C
Puedes
D
Puedo

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in van poder:
Vosotros _________ aparcar el coche ahí.

Slide 9 - Open question

Vul de juiste vervoeging in van poder:
¿Tú me _________ ayudar?

Slide 10 - Open question

Vul de juiste vervoeging in van poder:
Juan y Maribel _________ tomar el autobús.

Slide 11 - Open question


Yo _________ comprar un ordenador.
A
Quiero
B
Queremos
C
Quieres
D
Quiere

Slide 12 - Quiz

Ellos _________ ir al cine esta tarde.
A
Queremos
B
Queréis
C
Quieren
D
Quiero

Slide 13 - Quiz

¿Pedro y tú _________ ir a la playa conmigo?
A
Quieren
B
Queremos
C
Quieres
D
Queréis

Slide 14 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in van querer:
¿Tú _________ comer un bocadillo?

Slide 15 - Open question

Vul de juiste vervoeging in van querer:
Luisa y yo _________ salir esta noche.

Slide 16 - Open question

Vul de juiste vervoeging in van querer:
Alberto no _________ hacer sus deberes.

Slide 17 - Open question

Zinnen vertalen

Slide 18 - Slide

El menú, por favor.
A
De menukaart, alstublieft.
B
Het menu, bedankt.
C
Ik wil de menukaart.

Slide 19 - Quiz

¿Quiere beber algo?
A
Wil jij wat drinken?
B
Wilt u iets te drinken?
C
Wilt u iets te eten?

Slide 20 - Quiz

Quiero un zumo de naranja.
A
Ik wil een appelsap.
B
Ik wil een fruitsap.
C
Ik wil een sinaasappelsap.

Slide 21 - Quiz

¿Que desean de primero?
A
Wat wenst u als hoofdgerecht?
B
Wat wenst u als nagerecht?
C
Wat wenst u als voorgerecht?

Slide 22 - Quiz

Aquí hay una mesa libre.
A
Hier is een tafel vrij.
B
Hier is een plekje vrij.
C
Hier is nog een stoel vrij.

Slide 23 - Quiz

La cuenta, por favor.
A
Ik wil betalen, alstublieft.
B
De rekening, alstublieft.
C
De fooi, alstublieft.

Slide 24 - Quiz

Gusta of gustan

Slide 25 - Slide

Gustar
Je gebruikt GUSTAR om aan te geven of:

Je het eten wel of niet lekker vindt​
Iets je wel of niet bevalt​
Je ergens wel of niet van houdt​
Iets wel of niet leuk vindt​




Slide 26 - Slide

GUSTA

Gusta wordt gevolgd door:​

- Een zelfstandig naamwoord in  enkelvoud​
- Of een werkwoord​

​Bijvoorbeeld:​
Me gusta el pescado ik houd van vis​
Me gusta bailar ik houd van dansen.






GUSTAN

Gustan wordt gevolgd door:​

- Een zelfstandig naamwoord in meervoud​


Bijvoorbeeld:​
Me gustan las verduras ik houd van de groente​



Je kijkt dus naar het woord dat erachter staat. ​







Slide 27 - Slide

Me _________ las verduras.
A
gusta
B
gustan

Slide 28 - Quiz

Nos _________ el helado
A
gusta
B
gustan

Slide 29 - Quiz

Le _________ la sopa
A
gusta
B
gustan

Slide 30 - Quiz

Te _________ las fresas
A
gusta
B
gustan

Slide 31 - Quiz

¿Os _________ el filete?

Slide 32 - Open question

Les _________ los mariscos?

Slide 33 - Open question

Woorden vertalen

Slide 34 - Slide


Caliente

Slide 35 - Open question

Delicioso

Slide 36 - Open question

El vaso de agua

Slide 37 - Open question

El vino tinto

Slide 38 - Open question

El primer plato

Slide 39 - Open question

El postre

Slide 40 - Open question

La sal y la pimienta

Slide 41 - Open question

El tenedor

Slide 42 - Open question

Las verduras

Slide 43 - Open question

El camarero

Slide 44 - Open question

Leesopdracht menukaart

Slide 45 - Slide

Vragen Menukaart
1. Van wanneer tot wanneer krijg je 10% korting?

2. Welke twee soorten tortilla kun je bestellen naast de originele tortilla?

3. Welk hoofdgerecht is geschikt voor een persoon die vegetarisch is? 

4. Zijn de drankjes inbegrepen in de prijs?

Slide 46 - Slide

Succes met leren !!

Slide 47 - Slide