Verzorgingsstaat debat

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Verzorgingsstaat 

Je weet waar je een cijfer voor krijgt deze periode 

Je hebt een groepje waarmee je aan de slag kunt 

Debat 

2 cijfers:

Gedeeltelijk voor schriftelijke voorbereiding

Gedeeltelijk voor debat zelf 

Schriftelijke voorbereiding

-Bij eigen stelling (toegewezen)

- Per persoon één voorargument

- Per persoon één tegenargument

- Een bronnenlijst.

- In een groep van 3 personen heb je dus 3 voorargumenten en 3 tegenargumenten en een bronnenlijst. In een groep van 2 personen heb je dus: 2 voorargumenten en 2 tegenargumenten en een bronnenlijst .

Deadline: dinsdag 7 maart

SExI

Alle argumenten worden op SExI manier uitgewerkt!

• State: Vat in een korte zin je argument samen

• Explain: Leg je argument uit. Beantwoord hiervoor

o Waarom klopt je argument?

o Waarom is je argument belangrijk?

• Illustrate: Geef een voorbeeld, feit of statistiek wat je argument overtuigender maakt.

Debat 

Aantal groepen

H4B: 27 leerlingen

7 drietallen en 3 tweetallen

H4C: 26 leerlingen

6 drietallen en 4 tweetallen

Elke groep krijgt stelling toegewezen

1. Alle scholen moeten een gratis schoollunch aanbieden.

2. De vrijwillige ouderbijdrage moet verplicht worden.

3. Er moet een nationaal zorgfonds komen.

4. Zwaar gehandicapte mensen mogen verplicht worden aan de anticonceptie te gaan.

5. De bijstand moet met de inflatie meestijgen.

6. Kinderopvang moet gratis worden.

 

Morgen

Oefenen met SExI argumentatie 

Toedeling van stellingen 

Debatvoorbereiding

Je leert wat een SExI argument is 

Je oefent met SExI beargumenteren in je groepje

Elke groep krijgt stelling toegewezen

1. Alle scholen moeten een gratis schoollunch aanbieden.

2. De vrijwillige ouderbijdrage moet verplicht worden.

3. Er moet een nationaal zorgfonds komen.

4. Zwaar gehandicapte mensen mogen verplicht worden aan de anticonceptie te gaan.

5. De bijstand moet met de inflatie meestijgen.

6. Kinderopvang moet gratis worden.

 

Groepjes h4b

groep 1: Jesse, Xim, Jamaal (voor stelling 6)

groep 2: Senna, Pim, Shane (voor stelling 3)

groep 3: Zoey, Julia, Fleur (voor stelling 4)

groep 4: Lucas, Charlie, Jill (tegen stelling 4)

groep 5: Ouren, Tiemen, Shavin (voor stelling 5)

groep 6: Sophie, Toon, Ivy (voor stelling 1)

groep 7: Aya, Matasha (tegen stelling 6)

 groep 8: Noa, Sedef (tegen stelling 1)

groep 9: Julian, Thomas (tegen stelling 5)

groep 10: Virshaan, Sugoi, Jasper (tegen stelling 3)

Groepjes h4c

groep 1: Melika, Julia, Ilayda (voor stelling 1)

groep 2: Paivi, Julia, Imen (voor stelling 6)

groep 3: Nelly, Youna, Zoë (tegen stelling 1)

groep 4: Emma, Ilse, Kiran (tegen stelling 6)

groep 5: Max, Kaj, Sarah (voor stelling 6)

groep 6: Emma, Emma, Sara (tegen stelling 6)

groep 7: Nina, Sadia (voor stelling 4)

 groep 8: Rio, Figo (tegen stelling 4)

groep 9: Noah, Vincent (voor stelling 5)

groep 10: Sibren, Teun (tegen stelling 5)

Voorbeeld: plastische chirurgie moet gratis worden

State: mensen krijgen meer zelfvertrouwen

Explain: waarom klopt dit?

waarom is het belangrijk?

Illustrate: geef een voorbeeld of statistiek

SExI beargumenteren

Oefenen met SExI beargumenteren 

Opdrachten maken in je groepje 

Bespreken opdracht 4: welk argument is goed?

Debat en argumenten

Wat is een goed argument. 

Informatie lezen ter voorbereiding.

Morgen: tijd om opdracht te maken.

Voorbereiden vanuit het boek

Stelling 1 en 2 lezen §5.3,

 Stelling 3 en 4 lezen §5.4, 

Stelling 5 en 6 lezen §5.5 

SExI

Alle argumenten worden op SExI manier uitgewerkt!

• State: Vat in een korte zin je argument samen

• Explain: Leg je argument uit. Beantwoord hiervoor

o Waarom klopt je argument?

o Waarom is je argument belangrijk?

• Illustrate: Geef een voorbeeld, feit of statistiek wat je argument overtuigender maakt.

Welke is het best?

1. Sommige mensen hebben te weinig geld, dan is het crisis en heb je geen geld. Als Flip moet werken omdat hij niet genoeg geld heeft dan moeten zijn kinderen thuis blijven en dat kan niet. 

2.Iedereen moet de mogelijkheid hebben om hun kind naar de opvang te brengen. Ouders moeten genoeg tijd hebben om te kunnen werken en ook geld te verdienen. Iemand wil werken maar kan dit niet want hij moet zijn kinderen naar school brengen tijdens de lunch en weer ophalen waardoor hij geen tijd heeft om te werken.

3.Meer gezinnen kunnen werken om geld te verdienen in plaats van iemand die niet werkt. De koopkracht gaat dan omhoog en er is minder armoede. Als alleenstaande moeder moet je werken en kan je niet je kind meenemen. Opvang zorgt voor minder stress. 

1. Sommige mensen hebben te weinig geld, dan is het crisis en heb je geen geld. Als Flip moet werken omdat hij niet genoeg geld heeft dan moeten zijn kinderen thuis blijven en dat kan niet. 

2. Iedereen moet de mogelijkheid hebben om hun kind naar de opvang te brengen. Ouders moeten genoeg tijd hebben om te kunnen werken en ook geld te verdienen. Iemand wil werken maar kan dit niet want hij moet zijn kinderen naar school brengen tijdens de lunch en weer ophalen waardoor hij geen tijd heeft om te werken.

3. Meer gezinnen kunnen werken om geld te verdienen in plaats van iemand die niet werkt. De koopkracht gaat dan omhoog en er is minder armoede. Als alleenstaande moeder moet je werken en kan je niet je kind meenemen. Opvang zorgt voor minder stress. 

Welke is het best? 

1. Het komt voor dat ouders niet genoeg geld hebben om eten te kopen voor hun kinderen. Door de lunch is er meer gelijkheid tussen kinderen en krijgen ze genoeg eten. Ouders kunnen het geld aan iets anders spenderen. Een alleenstaande moeder werkt fulltime met een onderbetaalde baan en moet ook nog hoge kosten betalen. Deze ouders hebben het al heel zwaar en zo kunnen we het ze makkelijkere maken. 

2. Het scheelt kinderen geld, omdat het kinderen geld scheelt. Kinderen kunnen vermoeid raken na de lessen en ook honger hebben als ze hun thuis geld hebben gelaten. School moet dan zorgen voor een goede lunch.

3. Niet iedereen heeft het goed thuis. Niet elke ouder heeft geld. Je gezondheid is belangrijk, als je niet eet wordt je duizelig en kun je je niet goed concentreren op school. Niet iedereen neemt eten mee, soms wordt het vergeten waardoor het handig is om het aan te bieden. 

Voorbereiden vanuit het boek

Stelling 1 en 2 lezen §5.3,

 Stelling 3 en 4 lezen §5.4, 

Stelling 5 en 6 lezen §5.5 

Debat 

Openingsbeurt (V1/T1)

1 minuut

Begin met een aansprekend, emotioneel voorbeeld.

Noem één of twee argumenten

Sluit af met: en dus is het een goed idee om……

Weerlegging(V2/T2)

1 minuut

Je hebt tijd om nog een nieuw argument te noemen.

Maak de argumenten van de andere partij onschadelijk (waarom klopt het niet of waarom is het niet relevant?)

Vrij debat (V1,2,3/T1,2,3)

3 minuten 

Reageer op elkaars argumenten

Slot (V3/T3)

1 minuut 

Vat alle argumenten samen (zowel jullie eigen argumenten als de weerleggingen).

Sluit af met een slotzin, waarmee je nog één keer de jury overtuigt

Oefendebat – mobiele telefoons moeten verboden worden in het klaslokaal.

Ik deel de klas zo meteen in 7 groepen in:

V1 – groep 1    T1 – groep 4

V2 – groep 2    T2 – groep 5

 V3 – groep 3     T3 – groep 6

Jury – groep 7

Jullie krijgen 10 minuten om te voorbereiden met je eigen groep en te bedenken wie jullie afvaardigen voor het oefendebat.

Debat 

Oefendebat: de leeftijdsgrens om alcohol te kopen moet naar 16 jaar

Je gaat weer bij je debatgroepje zitten, ik verdeel zo de rollen.

V1 – groep 1       T1 – groep 4

V2 – groep 2       T2 – groep 5

V3 – groep 3        T3 – groep 6

Jury – groep 7

Jullie krijgen 10 minuten om te voorbereiden met je eigen groep en te bedenken wie jullie afvaardigen voor het oefendebat.

Debat