TEA-1 Beispiele - Soort vragen
1. de vakantie __________ in Deutschland war toll!
2. __________ liegt neben den Niederlanden (kies het passende woord)
3. Schrijf het enkelvoud en het meevoud van : de zoon - de zoons
4 . Hallo ________wohnst du? (schrijf het juiste vraagwoord)
5. _______ihr heute Zeit? (kies de suite vorm van haben of sein)
6. hören (jij)_________ morgen Radio (kies de juiste vorm van het ww)
7. Stel jezelf schriftelijk voor (naam, leeftijd, woonplaats, hobby)
8. Geef aan of de beweringen bij de teksten goed of fout zijn