Toets tekstverklaren Versie 4

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lesen

Leerdoelen

• Je kunt verschillende leesstrategieën toepassen.
• Je kunt gericht informatie zoeken in een tekst.

Welk onderkomen is in elk geval geschikt
voor rolstoelgebruikers?

1. 3
2. 2
3. 1

Waarom gaf René W. zichzelf aan bij de politie?

1. Hij had medelijden met het winkelpersoneel gekregen.
2. Hij kon er niet tegen als een ander bestraft zou worden.
3. Hij hoopte zo een minder hoge straf opgelegd te krijgen.
4. Hij was bang om met een foto in de krant te komen.

Was erzählt Jalea im 1. Absatz?

1. Wie sie auf Zurufe von Zuschauern reagiert.
2. Wie ihr Interesse für Fußball entstanden ist.
3. Wie Fußball für Sehbehinderte funktioniert.
4. Wie schwierig es ist, einen Ball für Blinde herzustellen.

Wie wird sich Jaleas Krankheit weiterentwickeln? (Absatz 2)

1. Ihr Sehvermögen wird weiter abnehmen.
2. Ihr Sehvermögen wird für immer gleichbleiben.
3. Ihr Sehvermögen kann sich bei richtiger ärztlicher Behandlung verbessern.

Wieso werden die „bunte[n] Schwimmbrillen“ benutzt?
(Absatz 2)

1. So wird das Sehvermögen vergrößert.
2. So können Zuschauer die Spieler besser unterscheiden.
3. So sind die Augen besser gegen Verletzungen geschützt.
4. So hat jeder gleiche Chancen beim Spiel.

„Für mich ist das nicht schlimm.“ (Absatz 3)
Warum nicht?

1. Sie findet Trost bei anderen Leuten.
2. Sie wurde von ihrem Therapeuten gut darauf vorbereitet.
3. Sie weiß nicht, was ihr fehlt.
4. Sie weiß, dass sie nicht die Einzige ist.

In de laatste alinea noemt Jalea een voordeel
van haar handicap.
-Welk voordeel is dat?
Beantwoord deze vraag met één Nederlandse zin.

Welke bewering is juist?

1 Jalea heeft een groot talent als schrijfster.
2 Jalea heeft zo haar eigen methode om typfouten op te merken.
3 Jalea’s computer kan haar stem herkennen en omzetten in schrift.
4 Jalea is een beetje verslaafd aan internet.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Amber is de enige leerling van een school.
Wat is volgens haar een pluspunt hiervan?

1. Ze krijgt altijd voldoende uitleg.
2. Ze kan lekker rustig doorwerken.
3. Niemand kan bij haar spieken.

Met welk doel wordt de “Girls’Day” georganiseerd?
.

1. om bedrijven de mogelijkheid te bieden stagiaires te zoeken.
2. om meer meisjes voor typische mannenbanen te interesseren
3. om leer-werktrajecten voor meisjes aantrekkelijker te maken.
4. om meisjes praktijkervaring op te laten doen met solliciteren.

Was soll der 1. Absatz deutlich machen?

1. Oscar hat auf seinem Trip rundum die Erde schon viel erlebt.
2. Oscar hasst das Reisen per Auto.
3. Oscar muss wegen Joannes Arbeit regelmäßig umziehen.
4. Oscar nimmt an einem großen Wettrennen um den Globus teil.

Welche Aussage stimmt mit dem 2. Absatz überein?

1. Wenn Oscar sich nicht wohl fühlt, bricht Joanne die Reise ab.
2. Oscar hat eine Vorliebe für warme Länder.
3. Oscar ist immer wieder neugierig auf die neuen Orte.
4. Das Reisen hat Auswirkungen auf Oscars Gesundheit.

Was wird über Hundefutter-Hersteller Pedigree deutlich?
(Absatz 4)

1. Pedigree hat Oscar ohne Zustimmung auf Verpackungen abgebildet.
2. Pedigree versucht seinen Umsatz zu steigern.
3. Pedigree spendet Futter an Hunde ohne Zuhause.

„Und das wollte ich der ganzen Welt zeigen.“ (alinea 3)
- Wat wordt er in deze zin met “das” bedoeld?

Beantwoord deze vraag in het Nederlands.

De volgende alinea is uit de tekst weggelaten:
Trotzdem ist sie sicher: „Oscar liebt das Reisen. Und solange wir
zusammen sind, ist er überall auf der Welt glücklich.“ Nur der Ritt auf dem
Rücken eines Kamels war Oscar nicht so ganz geheuer: „Das schwankte
wohl etwas zu stark.“
- Op welke plek in de tekst hoort deze alinea thuis?

Welche Aussage zum Verfasser dieses Textes ist korrekt?

1. Er ist kritisch.
2. Er ist begeistert.
3. Er ist neutral.

In de tekst vind je vier methodes waarmee je je Engels
kunt oefenen. Welke methode lijkt het meest geschikt
voor een Duits zakenman, die zijn Engels wil oefenen
voor een belangrijk verkoopgesprek?

1. Methode 4
2. Methode 3
3. Methode 2
4. Methode 1

Noem vier voorwaarden uit de tekst, waaraan iemand
moet voldoen die zijn/haar hond mee
naar het werk wil nemen.

Beantwoord deze vraag in het Nederlands.

Hieronder lees je vier meningen over een bepaald onderwerp.
Wie noemt in zijn/haar mening
zowel een voordeel als een nadeel?

1. Robin
2. Nele-Marie
3. Johanna
4. Emily

Welke bewering komt niet overeen met de tekst.

1 Voor gezinnen zijn sommige voorstellingen goedkoper dan normaal.
2 De circustent is verwarmd.
3 Via internet kun je kortingsbonnen krijgen.
4 Op 1 januari zijn er twee voorstellingen.

1. Bewering 1
2. Bewering 2
3. Bewering 3
4. Bewering 4