7. 8.3 online

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

8.3 Democratisering in Nederland

Tijdvak 8 Tijd van burgers en Stoommachines 1800 - 1900

1. Je kunt uitleggen waarom burgers in 1848 in opstand kwamen en welke politieke gevolgen dit in Nederland kreeg.

2. Je kunt de opkomst van het feminisme als emancipatie-beweging verklaren en beschrijven.

3. Je kent de verschillende posities en maatschappelijke kwesties die werden ingenomen door de liberalen, socialisten en confessionelen.

4. Je kunt de standpunten over de Schoolstrijd en de het algemeen kiesrecht benoemen en verklaren.

5. Je kunt beschrijven hoe de democratisering in Nederland verliep.

leerdoelen

Schrijf mee en vul je samenvatting aan

Lees par 8.3 en arceer de belangrijkste zinnen.

Eerst even lezen

 34. De opkomst van emancipatiebewegingen

35. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.

36. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Kenmerkende aspecten

Leg het KA uit in je eigen woorden.

Voor welke stroming(en) was de grondwet van 1848 geen geslaagde vorm van democratisering?

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Nationalisme
4. Feminisme

Hoe wordt 'democratisering' het beste omschreven?

1. Het land wordt democratischer
2. Steeds meer mensen hebben macht
3. Het volk heeft steeds meer te zeggen
4. Steeds meer landen zijn een democratie

Wat is verzuiling?

1. Bouwstijl uit de 20ste eeuw die gebouwen met zuilen maakt.
2. Politieke stroming uit de 20ste eeuw.
3. Verdeling van samenleving in groepen, de groepen gaan niet met elkaar om.
4. Begrip dat we gebruiken om openbaar en bijzonder onderwijs te onderscheiden.

bij deze sleepvraag wordt gekeken wat ook alweer verzuiling was en wat erbij hoort.

De docent vermeld dat iedereen een eigen partij, krant, omroep en etc.. had. Dit vervalt dus in de jaren '60 

Sinterklaasavond 1917, minster-president Cort van der Linden is verkleed als de Sint en deelt uit. Naar welke gebeurtenis verwijst deze prent en kun je de mening van de tekenaar herleiden?

Maken - bespreken - verbeteren

1. Maak samen opdracht  8 (10 min)
2. Bespreek samen met een ander tweetal jullie antwoorden en verbeter met zijn vieren jullie antwoord. (5 min)

Voorbeeld van een goed antwoord op vraag 8

Voor het middelste vakje kies je een begrip waaraan veel andere begrippen kunnen worden verbonden. Democratisering is zo’n begrip.

Voorbeelden van andere verbindingen:

- Confessionalisme is te koppelen aan schoolstrijd (want de confessionelen wilden overheidssubsidie voor hun bijzondere scholen) en emancipatiebeweging (want de confessionelen wilden gelijke onderwijsmogelijkheden voor hun kinderen, gelijk aan openbare scholen).

- Emancipatiebeweging is te koppelen aan feminisme (want vrouwen wilden gelijke kiesrechten voor mannen en vrouwen) en socialisme (want arbeiders wilden meer politieke inspraak).

- Censuskiesrecht is te koppelen aan bourgeoisie (want zij voldeden doorgaans aan de census en hadden dus kiesrecht) en liberalisme (want door het censuskiesrecht hadden vooral liberalen zitting in het parlement).

- Politiek-maatschappelijke stroming is te koppelen aan de stromingen liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

- Industriële samenleving is te koppelen aan sociale kwestie (want in de industriële samenleving kreeg de samenleving te maken met grote sociale problemen in de arbeiderswijken) en socialisme (want deze stroming probeerde de arbeiders meer inspraak te geven in de industriële samenleving.

Exit-ticket

Beantwoord deze vraag op een blaadje:

Noem de vier zuilen en hun standpunt over de schoolstrijd en de kiesrechtkwestie.