This lesson contains 32 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
AK4 Van bergen naar zee
Transport en sedimentatie
Slide 1 - Slide
Planning
11:30-11:35 binnenkomst
11:35-11:43 herhaling
11:43-11:48 Lezing hoog en laag Nederland
11:48-12:10 Leren voor check over paragraaf 1.1 t/m 1.3
12:10-12:50 Check
12:50-12:55 afsluiten
Slide 2 - Slide
Planning
Vandaag geen 604!
Slide 3 - Slide
Lesdoelen:
herhalen van de begrippen erosie en verwering
ik weet wat sedimentatie is
ik weet welke soorten sedimentatie er bij de boven- midden en benedenloop van een rivier horen
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Erosie
Uitschurende en transporterende werking van met puin beladen water, wind of ijs.
Herhaling
Slide 7 - Slide
Erosie door golven
Herhaling
Slide 8 - Slide
Erosie door wind - paddestoelrots
Herhaling
Slide 9 - Slide
Erosie door water - V-dal
Herhaling
Slide 10 - Slide
Erosie door ijs - U-dal
Herhaling
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Sedimentatie
Het proces waarbij korrels blijven liggen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Sedimentatie vindt vooral plaats in de benedenloop van de rivier.
Waarom zou dat zijn?
Slide 16 - Slide
Sedimentatie vindt vooral plaats in de benedenloop van de rivier.
Het water stroomt daar het langzaamst (dus de korrels zakken naar de bodem).
Slide 17 - Slide
sedimentatie
Neerleggen van verweringsmateriaal wanneer de stroomsnelheid van de transporteur (water, wind of ijs) afneemt.
Slide 18 - Slide
Regel erosie/sedimentatie
De snelheid van het water zorgt voor erosie of sedimentatie
Hoog verhang: Erosie
Laag verhang: Sedimentatie
De rivier is eigenlijk 1 grote sorteermachine
Slide 19 - Slide
Fasen van erosie en sedimentatie
Slide 20 - Slide
Sedimentatie
Slide 21 - Slide
In de rivier
In de bovenloop van de rivier komen rotsen en grote stukken steen in de rivier terecht > in het snelstromende water botsen die stenen > stenen breken en schuren langs elkaar > hierdoor ontstaat grind.
Dit zijn afgeronde steentjes die door rivieren worden vervoerd.
Slide 22 - Slide
In de rivier
In de bovenloop van de rivier schuurt dit grind over de bodem (erosie), waardoor de rivier steeds dieper wordt. Hierdoor ontstaat er een V-dal.
Een V-dal ontstaat door de erosie van een rivier.
Slide 23 - Slide
Bij de Rijn?
Dat elk deel er anders uit ziet, komt door de stroomsnelheid.
Die bepaalt of ergens veel erosie is, of juist veel sedimentatie.
Die meanders? Gevolg van snel water in de buitenbocht, langzaam in de binnenbocht.
Slide 24 - Slide
Nederlandse rivieren: veel sedimentatie.
Zie je aan:
Stranden (ook langs rivieren)
Breedte van de rivier
Rivierdelta
Slide 25 - Slide
Vier soorten sedimentatie
Sedimentatie door:
1) Zee: Mariene sedimentatie
2) Rivierwater: Fluviale sedimentatie
3) Wind: Eolische sedimentatie
4) IJs: Glaciale sedimentatie
Slide 26 - Slide
Er zijn 4 type sedimenten
rivieren: Fluviatiel
wind: eolisch
Zee: marien
Gletsjers: Glaciaal
Slide 27 - Slide
Fluviatiele sedimentatie (rivieren)
Rivieren nemen sedimenten mee en leggen die neer
Van zwaar naar licht, als een sorteermachine
Slide 28 - Slide
Mariene sedimenten (de zee)
Mariene sedimenten zijn sedimenten die door de zee zijn afgezet.
Voorbeeld: Slufters
Slide 29 - Slide
Eolische sedimentatie (wind)
De wind neemt alleen het lichtste en kleinste materiaal mee (zand en stof)
Slide 30 - Slide
Glaciaal sediment (Gletsjers)
Gletsjers sorteren niet, maar duwen alles naar voren: dan krijg je een morene