2.5 Erosie en sedimentatie

2.5 erosie en sedimentatie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.5 erosie en sedimentatie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 2.5
  • Je kunt uitleggen hoe erosie het aardoppervlak verandert.
  • Je kunt uitleggen hoe sedimentatie van verweringsmateriaal plaatsvindt door gletsjers en de wind.
  • Je kunt uitleggen hoe rivieren en de wind sedimenten kunnen sorteren.

Slide 2 - Slide

Sedimentatie
Verweringsmateriaal valt door zwaartekracht naar beneden
Materiaal dat door een gletsjer, een rivier, de zee of de wind ergens wordt achtergelaten: afzettingen of sedimenten
Het proces van afzetting: sedimentatie

Tijdens het verplaatsen botsen en schuren stenen steeds met elkaar en hun omgeving en veranderen in zand, grind of klei.

Slide 3 - Slide

Er zijn 4 type sedimenten
rivieren: fluviatiele sedimentatie
wind: eolische sedimentatie
zee: mariene sedimentatie
gletsjers: glaciale sedimentatie

Slide 4 - Slide

Erosie
Door het geschuur slijt ook het aardoppervlak: erosie
Erosie ontstaat door wind, water of ijs.

Slide 5 - Slide

Regel erosie/sedimentatie
De snelheid van het water zorgt voor erosie of sedimentatie
Hoog verhang: Erosie
Laag verhang: Sedimentatie

De rivier is eigenlijk een grote sorteermachine.

Slide 6 - Slide

Kusterosie
Kusterosie: Zand spoelt weg en kliffen brokkelen af onder invloed van de golven en zwaartekracht

Slide 7 - Slide

Erosie door wind

Slide 8 - Slide

Erosie door rivieren

Slide 9 - Slide

Erosie door ijs

Slide 10 - Slide

Gletsjers
Gletsjers kunnen honderden meters groot zijn en nemen onderweg verweringsmateriaal mee.
IJs smelt > smeltwater neemt grind, zand en fijner materiaal mee.
Glaciale sedimenten: sedimenten die achterblijven, zoals zwerfkeien.


Slide 11 - Slide

Gletsjers
Een gletsjer gaat als een soort bulldozer door het landschap en neemt allemaal verweringsmateriaal mee.
Dit blijft liggen aan de zijkanten en uiteinde: morene.
Stuwwallen: met het gewicht en kracht stuwde de                                         gletsjer bodem tientallen tot soms meer dan                                             dan honderd meter omhoog.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Rivieren
Afzettingsmateriaal van rivieren: fluviatiele afzettingen
Bovenloop: Grote stenen en keien
Middenloop: Grind en zand
Benedenloop: Zand en klei


Slide 15 - Slide

Wind
Afzettingsmateriaal die door de wind zijn afgezet: eolische afzettingen.
De wind neemt alleen het lichtste verweringsmateriaal mee: zand en kleinere deeltjes zoals löss
Lössdeeltjes zijn veel kleiner dan zand, maar wel groter dan klei. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

benedenloop
laagvlakte
middenloop
bovenloop
weinig erosie
veel erosie
veel sedimentatie
weinig sedimentatie

Slide 18 - Drag question

Welke transporteur van Erosie zie je hier?
A
wind
B
rivieren
C
ijs
D
zeeën

Slide 19 - Quiz

Welke transporteur van Erosie zie je hier?
A
wind
B
rivieren
C
ijs
D
zeeën

Slide 20 - Quiz

Welke transporteur van Erosie zie je hier?
A
wind
B
rivieren
C
ijs
D
zeeën

Slide 21 - Quiz

Waarom zijn de korrels in rivierafzettingen vaak groter dan die in woestijnzand? Wat vertelt dit over de kracht van het water of de wind?

Slide 22 - Open question

Sedimentatie is ...
A
Het samenpersen van zand en klei tot gesteente.
B
Het verbrokkelen van gesteente.
C
Het uitschuren van gesteente.
D
Het achterblijven van grind, zand en klei.

Slide 23 - Quiz

Bij erosie...
A
Valt gesteente uit elkaar in kleine brokjes.
B
Wordt verweringsmateriaal door een schurende werking meegenomen door wind water of ijs.
C
Lost gesteente op in water of zuren.
D
Wordt gesteente achtergelaten en hoopt het op.

Slide 24 - Quiz

Meanderen

Slide 25 - Slide

Meanders

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Erosie
Erosie
Erosie
Sedimentatie
Sedimentatie
Sedimentatie

Slide 28 - Drag question