10.2

10.2 Sociale ongelijkheid
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

10.2 Sociale ongelijkheid

Slide 1 - Slide

10.2
Na vandaag:
  • weet je alles van 10.2 en kun je daar een toetsvraag over maken
Wat gaan we doen?
  • Start: soorten ongelijkheid
  • Opdracht over 10.2 maken blz 98

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

sociale ongelijkheid

Slide 4 - Mind map

Sociale ongelijkheid - India
Kasten

Slide 5 - Slide

Sociale ongelijkheid

Slide 6 - Slide

Het is niet verkeerd dat er ongelijkheid in de wereld is
A
Eens
B
oneens

Slide 7 - Quiz

Sociale ongelijkheid
Er is sprake van wanneer verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden
tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken en een ongelijke waardering en behandeling. Ook rechten en plichten zijn niet gelijk verdeeld.

Slide 8 - Slide

Verschil in inkomen, kennis, sociale status en macht 

Ongelijke verdeling :
geld, status

 macht en afhankelijkheid


indelen in sociale lagen: stratificatie

verandering in positie: sociale mobiliteit




Slide 9 - Slide

Drie vormen van sociale ongelijkheid
1. Ongelijke verdeling van (politieke) macht

2. Ongelijke verdeling van bezit

3. Ongelijke verdeling van status

Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten

Slide 10 - Slide

Sociale strattificatie
  • Het wisselen van klasse
  • Stijgen is moeilijker dan dalen

In een gesloten samenleving hebben mensen geen/ nauwelijks kans om te stijgen op de ladder
In een open samenleving stijgen de kansen

Slide 11 - Slide

Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Slide 12 - Quiz

Bezit
Status
Macht

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Maak de opdracht
Maak groepjes.

Maak opgave 4 10.2 blz 98
De ene helft maakt een blad, de andere het andere. 
Daarna kijken jullie het werk van elkaar na.

Wees kritisch en volledig (zoals op een toets).

Slide 16 - Slide