stap 2 - lees de vraag en de antwoorden
-
multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je er niet 2 aankruisen.
- open vraag; beantwoord een open vraag kort en bondig.
- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden
- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is.
- citeren; citeer het gedeelte van de tekst waarin het antwoord wordt genoemd.