6.4 Iedereen betaalt mee.

H6 Iedereen betaalt belasting


§ 6.1 Je inkomen wordt belast.
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je?
§ 6.3 Eerlijk zullen we alles delen?
§ 6.4 Iedereen betaalt mee.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H6 Iedereen betaalt belasting


§ 6.1 Je inkomen wordt belast.
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je?
§ 6.3 Eerlijk zullen we alles delen?
§ 6.4 Iedereen betaalt mee.

Slide 1 - Slide


Herhaling: nivellering en denivellering.

In deze les leer je:
- wat we bedoelen met het draagkracht- en 
   het profijtbeginsel;
- wanneer er sprake is van belastingfraude.


Slide 2 - Slide

NIVELLERING 
de inkomens-verschillen 
worden 
in verhouding
(in %)
KLEINER
DENIVELLERING
de inkomens-verschillen
worden 
in verhouding
(in %)
GROTER

Slide 3 - Slide

NIVELLERING of DENIVELLERING???
Of geen van beide?
Iedereen krijgt € 100 loonsverhoging.
Nivellering
1
Iedereen krijgt 3% loonsverhoging.
Geen van beide
2
Algemene heffingskorting* wordt met € 150 verlaagd.
Minder heffingskorting --> 
€ 150 meer belasting voor iedereen, dus: Denivellering
3
heffingskorting = korting op de te betalen inkomstenbelasting
*

Slide 4 - Slide

NIVELLERING of DENIVELLERING???
Of geen van beide?
Progressief belastingtarief
Nivellering. 
De hoge inkomens betalen in verhouding (in %) meer belasting, dus de inkomensverschillen worden in verhouding (in %) kleiner.

Slide 5 - Slide

Opgave 7 (blz. 180)
a  





                
    
     
 
                            




 
 


Slide 6 - Slide

Opgave 7 (blz. 180)
Geen verandering. Iedereen krijgt er naar verhouding (= in 
     procenten) evenveel bij.

b  





                
    
     
 
                            




 
 


Slide 7 - Slide


In deze les leer je:
- wat we bedoelen met het draagkracht- en 
   het profijtbeginsel;
- wanneer er sprake is van belastingfraude.


Slide 8 - Slide

Drie uitgangspunten belasting heffen: 

1  Solidariteitsbeginsel (zie § 5.3)
2  Draagkrachtbeginsel
3  Profijtbeginsel

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

1 Solidariteitsbeginsel
Iedereen met een inkomen staat een deel daarvan af voor mensen zonder inkomen of met een laag inkomen.
Voorbeelden
- stelsel van sociale zekerheid (§ 5.3)
- inkomenssteun, bijv. zorgtoeslag of huurtoeslag

Slide 11 - Slide

2 Draagkrachtbeginsel
De overheid kijkt naar je financiële draagkracht.
Wie in staat is veel te betalen, moet ook in verhouding meer betalen.
Voorbeelden
- progressief tarief van de inkomstenbelasting (§ 6.2)
- extra heffingskorting voor AOW-ers (§ 6.2)

Slide 12 - Slide

3 Profijtbeginsel
'De gebruiker betaalt' voor een goed of dienst van de overheid.
Voorbeelden
- motorrijtuigenbelasting (voor autobezit)
- bpm (belasting op personenauto's en motorrijwielen)

Slide 13 - Slide

Belastingfraude = belastingontduiking
Je geeft de fiscus opzettelijk verkeerde informatie om minder belasting te hoeven betalen. Dit is strafbaar!
Belastingontwijking
je blijft wel binnen de grenzen van de wet (bijv. verhuizen naar buitenland, BV's oprichten).

Slide 14 - Slide

Aan het werk
Nakijken: § 6.4
opg. 2, 3, 4, 5, 6, 9 en 10 
(blz. 182 - 185)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video