Vragen Neoromantiek en Symbolisme

Vragen Neoromantiek en Symbolisme
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Vragen Neoromantiek en Symbolisme

Slide 1 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
A
realisme-naturalisme-neoromantiek-symbolisme
B
neoromantiek-naturalisme- symbolisme - realisme
C
naturalisme- neoromantiek- realisme - symbolisme
D
symbolisme-naturalisme- realisme-neoromantiek-

Slide 2 - Quiz

Op welke kunststroming was de neoromantiek een reactie?
A
Fin de siècle
B
L'art pour l'art
C
Kubisme
D
Naturalisme

Slide 3 - Quiz

Welk tijdperk was de neoromantiek populair?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw

Slide 4 - Quiz

Wat is de stroming waar 'Een zwerver verliefd' toe gerekend wordt?
A
Neoromantiek
B
Literatuur
C
Roman
D
Sciencefiction

Slide 5 - Quiz

Wat is de belangrijkste setting van 'Een zwerver verliefd'?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Italië
D
Duitsland

Slide 6 - Quiz

Wie is de hoofdpersoon uit 'Een zwerver verliefd' van Arthur van Schendel?
A
Tamalone
B
Rogier
C
Mevena
D
Arthur

Slide 7 - Quiz

Wat zijn kenmerken van de neoromantiek?
A
Ratio, realisme, technologie, moderniteit
B
Emotie, verbeelding, natuur, escapisme

Slide 8 - Quiz

Wat is symbolisme in de beeldende kunst?
A
Uitdrukking van GEVOEL, vooral door kleur en de toegepaste techniek.
B
De INDRUK van licht en van het moment weergeven.
C
Onderdelen van de VOORSTELLING dragen een diepere betekenis uit.
D
Stijl met met DECORATIEVE plantenmotieven in vooral grafiek en architectuur.

Slide 9 - Quiz

Welk kenmerk hoort niet bij het symbolisme
A
Kunst is autonoom en verheven.
B
Poëzie en beeldende kunst
C
Toegankelijk
D
Hoogdravende taal

Slide 10 - Quiz

Symbolisme was een stroming die vooral populair was rond de 20e eeuw
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Wat gebruikten veel kunstenaars om het ‘hogere’ te zien ten tijde van het symbolisme?
A
Opium en alcohol
B
Een verrekijker
C
MDMA
D
Meditatie

Slide 12 - Quiz

Spreekoefening (5 min)
Groep 1:  Alle docenten moeten worden vervangen door AI
Groep 2: Kinderen mogen pas vlees eten nadat zij zelf een boerderijdier hebben geslacht
 Groep 3: Nederland moet een dictatuur worden.
Groep 4: Clowns moeten verboden worden.
Groep 5: Alle WC’s moeten doorzichtige wanden krijgen

 

Slide 13 - Slide

Opdracht
  1. Maak groepen. Denk aan de rol die je al hebt vervuld in klas 5!
  2. Stel een bruikbare actuele maatschappelijke of beleidsstelling voor.

Slide 14 - Slide