plus / hv - les 9 - SO bespreken / hoe leer je woordjes / écrire

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre A
un ordinateur
pas de portable!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre A
un ordinateur
pas de portable!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui, une partie de la classe va:

Faire ex. 25-29 aux pages 33-35 dans la bibliothèque

Let op: ex. 25-28 bereiden je voor op ex. 29, dus maak die serieus en gebruik ze als je aan 29 begint!

Et une autre partie va:

Toets bespreken én verbeteren! 

Als je eind van de les een serieus afgevinkte checklist én verbeterde toets bij mij inlevert, kijk ik het een tweede keer na en pas ik je cijfer aan.

Vas-y! 
(Toets krijg je straks terug)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Est-ce qu'on va...
...écouter la prof? 
...travailler en silence?
... ou travailler ensemble?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

On va...
...écouter la prof! 
...travailler en silence.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Instruction
Quoi: De meest gemaakte fouten bekijken 
Comment: Vóórdat ik je je toets teruggeef, ga je luisteren naar mijn uitleg van veel gemaakte fouten. Daarbij maak je een aantekening! Je schrijft met me mee. 
Le but: Iedereen snapt nu de foutjes die gemaakt zijn en je kunt ze straks verbeteren op je toets. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Veelgemaakte spelfoutjes:
Maak een aantekening van deze woorden en spreek ze ook nog een keer uit: 

meneer - monsieur (je zegt: "mesieu")
de stad - la ville (hand op je keel, voel je stembanden!)
het meisje - la fille (hand op je keel, voel niets!)
Ik heet - Je me appelle --> Je m'appelle

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Veel door elkaar gehaald:
Om iets of iemand voor te stellen, te laten zien: 

Voici mon chien. --> Kijk, hier is mijn hond. (dichtbij)
Voilà ma maison. --> Kijk, daar is mijn huis. (ver weg)

Om direct iets aan te wijzen (bijv. op een foto)
C'est mon père. --> Dat is mijn vader.
C'est un rat? Non, c'est une souris. --> Is het een rat? Nee, het is een muis.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Veel door elkaar gehaald:
Om direct iets aan te wijzen (bijv. op een foto)
C'est mon père. --> Dat is mijn vader.
C'est un rat? Non, c'est une souris. --> Is het een rat? Nee, het is een muis.

Maar bijvoorbeeld ook: C'est vrai! --> Dat is waar!

Om aan te geven wat er is, of hoeveel ergens van is:
Il y a un musée à Delft --> Er is een museum in Delft.
Il y a trois bananes. --> Er zijn drie bananen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vertaal woord voor woord!
Nous sommes dans la ville. 

Wat betekent dit? Hoe vertaal je dit? 

Nous - 
sommes - 
dans - 
la - 
ville - 


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vertaal woord voor woord!
Nous sommes dans la ville. 

Wat betekent dit? Hoe vertaal je dit? 

Nous - wij
sommes - zijn 
dans - in
la - de
ville - stad


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vertaal woord voor woord!
Ik woon in Delft.

Hoe vertaal je dit? 

Ik -
woon - 
in -
Delft


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vertaal woord voor woord!
Ik woon in Delft.

Hoe vertaal je dit? 

Ik - Je / J'
woon - habite
in - à
Delft
--> J'habite à Delft.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe stamp je woordjes?
Hier hoef je geen aantekening van te maken, maar laat je schrift nog even liggen.

Qui ose?? Wie durft??

J'ai besoin de : Ik heb iemand nodig die weet dat hij/zij lastig woordjes kan onthouden, die dapper genoeg is om aan de rest van de klas te laten zien hoe je dat kunt leren.

Slide 13 - Slide

Eén leerling voor de klas
Vijf oude, vijf nieuwe woordjes op het bord, NL-FR

Leerling met de rug naar het bord, op volgorde blijven vragen tot hij ze kan zeggen. 
Dan (misschien een andere leerling?) schrijven. 
Instruction
Quoi: Een rijtje woordjes stampen
Comment: Kies uit de woordenlijsten achterin je boek 10 woordjes die jou en je buur lastig lijken. Eén iemand is de "overhoorder", de ander is de "stamper". De "overhoorder" ondervraagt de "stamper" eerst mondeling, met net zoveel herhaling als ik net voor de klas deed. Kent de "stamper" de woordjes mondelign? Wissel dan van rol.
Ken je de woordjes allebei nu mondeling? Ga ze dan op dezelfde manier opschrijven tot je ze allemaal uit je hoofd kan. Dit kun je ook alleen doen. Spreek de letters uit voor jezelf als je ze opschrijft.
Le but: Je snapt hoe je moet stampen en je voelt dat je de woordjes hierdoor beter kent. Je moet het wel blijven doen! 

timer
10:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vul het rijmpje in, schrijf met me mee

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Stamp nu het hele rijmpje uit je hoofd, zoals we net hebben geoefend
timer
5:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Instruction
Quoi: Corriger vos tests
Comment: Je krijgt van mij je toets terug en een checklist. Kijk niet teveel naar het cijfer, want dat zegt eigenlijk niet zoveel. 
Loop de checklist zorgvuldig af en controleer en verbeter alles met gebruik van je aantekeningen en het rijmpje - maar zonder je boek! 
Als je alles hebt afgevinkt lever je het weer bij mij in. Vergeet niet je naam op de checklist te zetten. Als ik het goed en netjes verbeterd vind, verhoog ik je cijfer naar maximaal een 6 (als je het héél netjes hebt gedaan misschien een 7.) 
Le but: Je snapt waar je bij je volgende toets op moet letten! 

timer
10:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Merci et à la prochaine! 
Et n'oubliez pas les devoirs: 

Leren / Herhalen
> apprendre 7 (FN-NF) blz 38
> apprendre 8 (FN-NF) blz 39


Slide 18 - Slide

This item has no instructions