Paragraaf 1.2 Aardbevingen

1.2. Aardbevingen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

1.2. Aardbevingen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn.
- Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat de gevolgen in arme en rijke landen van elkaar kunnen verschillen.
- Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

    Het ontstaan van aardbevingen

Slide 4 - Slide

Waar en waarom juist daar
  • Aardbevingen komen door het bewegen van platen (platentektoniek).

  • Op plaatsen waar platen botsen, of uit elkaar bewegen krijg je aardbevingen.

Slide 5 - Slide

Waar komen aardbevingen  voor?
Hoe komt dat?

Slide 6 - Slide

Bewegingen van platen
Platen kunnen op drie manieren bewegen:
  1. Naar elkaar toe: convergentie
  2. Van elkaar af: divergentie
  3. Langs elkaar: transform

Slide 7 - Slide

Naar elkaar toe: convergentie
Zware oceanische plaat duikt onder lichtere continentale plaat
= subductie
Twee continentale platen tegen elkaar
- Gebergtevorming (Andes)
- Trogvorming
- Gebergtevorming: plooiingsgebergte
(Himalaya)

Slide 8 - Slide

Van elkaar af: divergentie
De ruimte wordt opgevuld met magma -> vorming nieuwe aardkorst.
Als twee oceanische platen uit elkaar drijven -> gebergte: mid-oceanische rug).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Langs elkaar: transform
Platen schuiven langs elkaar en veroorzaken zo aardbevingen.
Voorbeeld: San Andreasbreuk

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Seismometer/seismograaf

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

    De gevolgen van aardbevingen
De kracht van een aardbeving wordt gemeten met de Schaal van Richter. Deze schaal loopt van 1 (zwak) tot 12 (sterk).

In rijke landen is er geld en kennis om aardbevingsbestendig te bouwen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Schaal van Richter

Slide 21 - Slide

Schaal van Mercalli

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

De plek waar de aardbeving ontstaat?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een plaatbeweging
D
Het hypocentrum

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je de schaal waarmee de zwaarte van een aardbeving wordt bepaald.
A
Schaal van Beaufort
B
Schaal van Richter
C
Schaal van Mercator
D
Schaal van Mercalli

Slide 25 - Quiz


Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek waar de aardbeving het krachtigst is.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 26 - Quiz

Waarom zal Nederland nooit het epicentrum zijn van een zware aardbeving?

Slide 27 - Open question

Wat is een natuurlijke oorzaak van een aardbeving?
A
Twee botsende aardplaten
B
Vulkaan-uitbarsting
C
Gasboringen
D
Mijnbouw

Slide 28 - Quiz

Bij een aardbeving wordt.....
A
De spanning snel opgebouwd en beweegt vloeiend
B
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt vloeiend
C
De spanning snel opgebouwd en beweegt schokkend
D
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt schokkend

Slide 29 - Quiz

Bij welke plaatbeweging(en) ontstaan aardbevingen?

Slide 30 - Open question

Aan de slag 
Weektaak 44&45

Slide 31 - Slide

Convectiestromen
Vulkaan
Convergentie
Subductie
Divergentie
Diepzeetrog
Mid oceanische rug

Slide 32 - Drag question

Slide 33 - Slide

De plek waar de aardbeving ontstaat?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een plaatbeweging
D
Het hypocentrum

Slide 34 - Quiz

Hoe noem je de schaal waarmee de zwaarte van een aardbeving wordt bepaald.
A
Schaal van Beaufort
B
Schaal van Richter
C
Schaal van Mercator
D
Schaal van Mercalli

Slide 35 - Quiz


Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek waar de aardbeving het krachtigst is.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 36 - Quiz

Waarom zal Nederland nooit het epicentrum zijn van een zware aardbeving?

Slide 37 - Open question

Wat is een natuurlijke oorzaak van een aardbeving?
A
Twee botsende aardplaten
B
Vulkaan-uitbarsting
C
Gasboringen
D
Mijnbouw

Slide 38 - Quiz

Bij een aardbeving wordt.....
A
De spanning snel opgebouwd en beweegt vloeiend
B
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt vloeiend
C
De spanning snel opgebouwd en beweegt schokkend
D
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt schokkend

Slide 39 - Quiz

Bij welke plaatbeweging(en) ontstaan aardbevingen?

Slide 40 - Open question