2vwo: Kap4-C-les2-aantekeningen-Quizizz

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hausaufgabe war:
Lernen:
 - haben, sein, werden, schwache Verben = bolletje 1, 2, 3, 4, 5, 6 (Seite 184/185)

- Wörterliste A

Slide 2 - Slide

SO am 15. März
Kapitel 4:

- Wörterliste A+B (Seite 148)
- haben, sein, werden, schwache Verben = bolletje 1, 2, 3, 4, 5, 6 (Seite 184/185)
- 1e en 4e naamval: ein- en der-Gruppe (zie h.3)


Slide 3 - Slide

Aufgabe 4, Seite 122/123 
A
Yvonne: Freeclimbing
Thilo: Sport im Watt
Sandra: Rhönradturnen
B
1 Hij was vroeger springruiter nu fokt hij paarden.
2 Met eigen auto over het circuit of meerijden in een Porsche of Ferrari
3 Een van de grootste schansen van de wereld


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lernziel:

Ich kann unregelmäßige Verben benutzen:

- haben, sein, werden


Ich kann regelmäßige Verben benutzen

- wohnen, machen, kochen...

- mit Stamm auf -d-/t, -m/-n und Zisch-Klang (-z/-s/-ß/-sch)

Slide 6 - Slide

Unregelmäßige Verben...

Slide 7 - Slide

haben = hebben
sein = zijn
werden = worden of zullen
ich
habe
bin
werde
du
hast
bist
wirst
er/sie/es
hat
ist
wird
wir
haben
sind
werden
ihr
habt
seid
werdet
sie/Sie
haben
sind
werden
volt. deelwoord
gehabt
gewesen
geworden

Slide 8 - Slide

Regelmäßige Verben

Slide 9 - Slide

AANTEKENING:
Regelmatige werkwoorden: wohnen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie/Sie wohn en
voltooid deelwoord: gewohnt

Slide 10 - Slide

AANTEKENING:
Regelmatige werkwoorden: 
met stam op -s/-z/-ß/-sch
werkwoord: tanzen, stam:tanz
ich tanz e
du tanz t (!)
er/sie es tanz t
wir tanz en
ihr tanz t
sie/Sie tanz en
voltooid deelwoord: getanzt


Slide 11 - Slide

AANTEKENING:
Regelmatige werkwoorden: met stam op -t/-d
werkwoord: arbeiten, stam:arbeit
ich arbeit e
du arbeit est
er/sie es arbeit et
wir arbeit en
ihr arbeit et
sie/Sie arbeit en
 voltooid deelwoord: gearbeitet


Slide 12 - Slide

AANTEKENING:
Regelmatige werkwoorden: met stam op -m/-n
werkwoord: atmen, stam:atm
ich atm e
du atm est
er/sie es atm et
wir atm en
ihr atm et
sie/Sie atm en
voltooid deelwoord: geatmet

Slide 13 - Slide

Üben
Welche Form ist richtig?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Hausaufgabe:
Machen:
- Übung macht den Meister: Aufgabe 6, 7, 8, 9, Seite 124/125
- Aufgabe 11, Seite 126/127

 lernen:  
- Wörterliste B: https://quizlet.com/885605608/2v-trabitour-41-kapitel-4-worter-b-flash-cards/?new


Slide 18 - Slide